De post-individualistische kerk (24)
Dit bericht is 176 keer gelezen!
Jij bent mijn zin
Hoe je het ook wendt of keert een veelgehoorde tegenstelling in het aardse leven is: Doe ik het voor mij of doe ik het voor jou? En een gemakkelijk antwoord op de vraag zou zijn: Je hebt er beiden belang bij. Toch scheer je dan over de essentie van de vraag heen. Tot op dit moment bewandelen we een weg die begint met: De zin van mijn leven is de liefde voor mijn naaste. En als je die naaste hebt ontdekt (en dus ook de naaste in jezelf) zul je hebben gemerkt dat de liefde voor jouw naaste zin gaf aan jouw dag. Die zin groeide niet naarmate er meer naasten waren om lief te hebben. Kwantiteit is niet gelijk aan meer of minder zin. Zin was zin en bleef zin. En door die zin zul je gestimuleerd zijn om de volgende dag ook een naaste te zijn. Zin voelt goed. Maar dan volgt nu de tweede waarschuwing en wel voor een valkuil.

De valkuil waar we gemakkelijk in stappen is dat we de tweede dag een naaste gaan liefhebben om zelf zin te ervaren. Het kan ons gemakkelijk gebeuren. We gaan de naaste zien als middel voor onze eigen zin. Een soort verdienmodel dus. Merk ik dat mensen gediend zijn door mijn preek dan is dat voor mij zin-ervaring. Maar als ik dan mijn volgende preek ga schrijven om mijn eigen zin te bevorderen ga ik de mist in. Mijn naaste is brandstof voor het vuur van mijn zelfverwerkelijking geworden. Ik ben op dat moment niet meer bezig met mijn naaste lief te hebben met de gaven die in mij zijn, maar met het liefhebben van mijzelf. En dat laatste heb ik al eens implosie genoemd. Dan ben ik in de valkuil gestapt en ben gaan preken voor mijn eigen genoegdoening en zinervaring. Daar ga ik geheid mee op de koffie komen. Misschien raken voor een tijd de kerken voller of neemt de lof op mijn preken toe, maar op een dag zal ik alleen over blijven, omdat ik niet mijn naaste liefhad. En alleen overblijven is overblijven zonder zin, want zonder naaste.
Dit lijkt het liefhebben van de naaste erg ingewikkeld te maken, maar ik bedoel alleen maar heel langzaam stapje voor stapje te zetten, zodat we overzichtelijk de essentie van de woorden van Jezus kunnen leren. We dienen onze woorden en daden gericht te houden in de richting die Hij wijst, namelijk de naaste. Al het andere volgt dan in het kielzog van de naastenliefde. Eigen zin, eigen bestaan, ontwikkeling van een gemeenschap, verbetering van de wereld en ga zo maar door. Het is eigenlijk al vreemd dat ik hier de behoefte voel om de lezer te paaien met de gedachte dat eigenbelang binnenkort zal blijken. Dat is ten diepste al een verdachte ondertoon. Het enige dat ik daar op dit moment van kan zeggen is:
GELOOF!
(wordt vervolgd)
Geef een reactie