Geef God de schuld (6)
Dit bericht is 514 keer gelezen!
“Ja, maar ….”
God en mens praten nog en het eerste antwoord van de mens was to the point. “Ik hoorde u en verborg mij, want ik ben naakt.” Maar hoe kon de mens dat weten als niemand hem dat heeft verteld? Natuurlijk is het feit daar. De mens droeg geen kleding. Maar de schaamte-lading van naakt zijn heeft hij alleen zichzelf verteld. En dat is een erg ingewikkeld psychologisch proces. Schaamte was er niet toen alles volgens God nog “zeer goed” was. “En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet.” (Gen. 2:25 HSV) En nu was het er opeens wel en daarom verborgen zij zich op het moment dat de stilte van de avond hen als stem van God in het hart klonk. Zij verborgen zich in de natuur. Een wat dwaze reactie zagen we al. Maar de mensheid doet tot op de dag van vandaag hetzelfde. Wij verbergen ons in uiterlijke fraaiheid of juist in schaamteloze naaktheid. Wij verbergen ons in macht over medemensen of juist in machteloosheid. Maar diep van binnen klinkt in de stilte onuitroeibaar de vraag: “Mens, waar zit je nu?” En hoeveel je er ook bovenop stapelt op een dag, in de stilte van jouw levensavond, komt die vraag als laatste vraag van de aardse tijd onbedwingbaar naar boven. Vlak voor je laatste adem en een paar uur voordat je wordt afgelgd en je in al je resterende naaktheid zichtbaar wordt.
Mens, waar ben je nu?
De bijbel legt de kern van dit conflict uit als een conflict tussen de keuze van God enerzijds en die van de mens anderzijds. Nog afgedacht van de vraag of je in God geloofd is het conflict zelf geplant in alle mensen. Ieder mens leeft met de spanning tussen wat goed of fout is enerzijds en de eigen keuze anderzijds. Als die eigen keuze niet aansluit bij wat goed of fout is groeit de spanning. En die spanning kan leiden tot de meest gruwelijke crises. De spanning kan zelfs leiden tot genocide. Hoe harder je de vraag naar wat goed of fout is overstemt met je eigen keuze hoe meer mensen er om je heen beschadigd raken en sterven.

De bijbel legt de ene kant van de spanning in de wil van God. “Heb jij gedaan wat ik fout noemde?” Goed en fout bepalen is de taak en de verantwoordelijkheid van God. De andere kant van de spanning ligt in wat de mens doet. “Heb jij gedaan wat ik fout noemde?” Beide verantwoordelijkheden ontmoeten elkaar, die van God en die van de mens. En beide kanten raken elkaar in zo goed als elke beslissing van de mens. Of je het nu God noemt of niet.
Maar dan gebeurt er iets heel bijzonders. De mens zegt niet gewoon “ja” op de vraag van God. Dat zou in mijn ogen zeer verlossend zijn geweest. Net zoals het heel verlossend zou zijn als Poetin zou zeggen: “Ja, ik begon.” Nee, de mens geeft een ander de schuld. Daarmee erkent hij uiteraard in de eerste plaats dat er iets fout is en dat hij dat fout heeft gedaan. “Toen zei Adam: De vrouw die U gaf om bij mij te zijn, die heeft mij van die boom gegeven en ik heb ervan gegeten.” (Gen. 3:12 HSV) Maar zie je ook, dat Adam in feite God de schuld geeft. Hij wijst God op de eigen keuze die God maakte om de mens niet alleen te laten zijn. En God lijkt daar niet tegenin te gaan, want Hij keert zich naar de vrouw: “En de HEERE God zei tegen de vrouw: Wat hebt u daar gedaan!” (Gen. 3:13 HSV) Maar de vrouw volgt Adam en geeft de schuld aan een ander: “En de vrouw zei: De slang heeft mij bedrogen en ik heb ervan gegeten.” (Gen. 3:13 HSV) En daarmee geeft ze ook God de schuld, want Genesis 3:1 had al gezegd dat “De slang nu was de schranderste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had“. Dus volgens de mens zit God zelf achter dit conflict en al zijn gevolgen.
Maar ….. dit kun je toch niet maken? Hoe waar het ook lijkt? De mens moet toch verantwoordelijk zijn?
(wordt vervolgd)
Geef een reactie