De post-individualistische samenleving (68)

Dit bericht is 1086 keer gelezen!

Gevaarlijke onzin (2)

Jezus lijkt te reageren in lijn met wat ik zou voelen. Misschien moet je zeggen, dat ik de reactie van Jezus al had gelezen en daarom mijn vorige blog eindigde zoals ik deed. Jezus vraagt aan de man: “Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God.” De man bedoelde met zijn aanspraak Jezus aan de kant van God te zetten en daar was zijn vraag ook op gericht. Maar Jezus maakt de afstand tussen de man en hem enerzijds en God anderzijds weer groter. Het lijkt erop alsof Jezus vindt dat de man te claimend in de comfortzone van God komt. Enige distantie is gepast, zeker als je wat nu in Gods portemonnee zit in de jouw wil hebben. De man kan dus niet zomaar voor zijn beste zelf God claimen.

Jezus gaat niet in op het beërven van het eeuwige leven, maar op de daden van de man. Wat jij moet doen? Wat God zegt! “U kent de geboden: U zult geen overspel plegen; u zult niet doden; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; u zult niemand benadelen; eer uw vader en uw moeder.” (HSV) Je krijgt in het antwoord wat je in je vraag verpakt. Hij vraagt naar zijn eigen doen (Wat moet ik doen?) en hij krijgt zijn eigen doen. De man wil zelf verantwoordelijk zijn, zijn beste zelf halen, en hij wordt verantwoordelijk gemaakt voor zijn beste zelf. Jezus doet niets bijzonders, spiegelt alleen. Dat kan ons in ieder geval leren dat als wij vragen aan Jezus voorleggen wij ook antwoorden krijgen naar de inhoud van de vragen. Misschien is het goed daar eens op te letten als je allerlei al dan niet religieuze woorden hoort over wat we wel of niet zouden moeten doen. Veel van die woorden, zelfs als ze uit de bijbel worden gehaald, vertellen meer over de mens die die woorden gebruikt dan over de weg van het leven. Zo kun je in een blogserie over de post-individualistische samenleving een bijbelgedeelte dingen laten zeggen die uitstekend lijken te passen in wat je zelf gelooft. Of geloof ik het omdat het bijbelgedeelte me dat zegt?

Maar het antwoord van Jezus is tegelijkertijd onbevredigend. Hoe waar en bijbels het ook is. Je schiet er als het ware niets mee op. Dat blijkt ook uit de reactie van de man. Hij zegt: “Meester, al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af.” Hij heeft al geleerd, het “goede” bij “meester” is er af. De man staat open voor leren. Dat is al een mooi ding! Maar hoor je de enorme onzekerheid, die opeens naar buiten komt? Hij zoekt naar zijn beste zelf en heeft dat aan de hand van Gods Woord (!) gedaan. Maar nu komt hij tot de conclusie dat dat helemaal niet heeft geholpen. De onrust van binnen om het leven van God is niet weg, niet overwonnen of gecompenseerd door te doen wat God vraagt. Je voelt de paniek groeien. Hoe kan dit?? En dat is eigenlijk de vraag die hij zelf al stelde. Hij wist dus dat er iets niet klopte in zijn “beste zelf”, maar hij heeft een ander, in dit geval Jezus, nodig om hem te vertellen wat hij eigenlijk al wist. Je hebt de woorden van God gedaan en toch is er onrust over het leven van Gods eeuwigheid? Dat kan eigenlijk niet. Je zou het in alles geproefd moeten hebben.

Jezus kijkt de man nu zelf aan. En het mooie is dat er eerst staat dat Jezus de man nu aankeek en van hem hield. Er staat niet bij wat de liefde van Jezus opwekt op dit moment. Was het de eerlijkheid en transparantie van de man? Was het zijn paniek? Was het zijn betrokkenheid op het Woord van God? Maar het is opmerkelijk dat er staat dat Jezus de man aankeek. Hij nam hem goed in zich op. En je hoeft voorwaar geen profeet of “lezer in de geest” te zijn om conclusies te trekken uit wat je ziet. Je ziet een man in designer kostuum, duur horloge, slangenleren schoenen, exclusieve bril en een fris net gekapt hoofd. Zijn “beste zelf”. Volgers, aandelen en bitcoins genoeg. Het is heel bijzonder dat deze man de woorden van God serieus neemt, maar ook dat hij zo’n onrust in zich heeft. Dat laatste is het belangrijkste. Je kunt de hele wereld winnen maar jezelf verliezen en dan hou je uiteindelijk niets over.

Jezus houdt van deze man ……. Maar niet van wat hij zelf zijn “beste zelf” noemt.

(wordt vervolgd)