De post-indidvidualistische kerk (4)
Dit bericht is 2918 keer gelezen!
Hij is als ik
Ik hoop dat je de vorige blogjes gelezen hebt en ook werkelijk aan het oefenen bent geslagen. Heb je zo af en toe een medemens aangekeken en in jezelf uitgesproken dat hij of zij is als jij? Hij/zij is niet op alle punten als jij. We gaan in deze serie alleen het punt volgen dat die ander liefde nodig heeft en op dat punt is als jij. Heb je al een medemens zo bij je binnen laten komen? Door de hele serie heen blijven twee punten belangrijk: 1. De vraag “Heb ik liefde nodig?” en 2. dat jij je realiseert dat op dat punt “de ander is als ik” als je de ander aankijkt.
Als je de ander aankijkt komen er allerlei gedachten, vragen en emoties bij je naar boven. Al is het maar dat die ander “je niets doet”. Ook dat is een emotie en die komt uit jezelf. Stapje voor stapje ga ik die vragen, gedachten en emoties langs lopen. Ik ben er van overtuigd dat je op een zeker moment tegen God opbotst en je dan de vraag zult moeten beantwoorden of je over de drempel naar God gaat. Is dat mijn uiteindelijke bedoeling? Dat weet ik niet zeker. Ik ben er van overtuigd dat de bijbel ons de weg naar het leven wijst, dat Jezus Christus die weg is en dat die weg voor ieder begaanbaar is. Maar ik kan niemand ergens toe dwingen. Wat ik wel geloof is dat je langs deze weg God kunt ontmoeten. Maar daarover later. Waar ik echter ook van overtuigd ben is dat er voor ieder mens een moment komt waarop hij of zij of die of het voor een drempel komt te staan. Die drempel is in sommige opzichten heel persoonlijk, maar in andere opzichten universeel. Het gaat mij om dat universele. De universele vraag die op ons afkomt is: Ga ik die drempel over? Waar die drempel voor jou ligt weet ik niet, maar hij komt. Misschien nu al wel dat je merkt dat je de neiging krijgt om wat anders te gaan doen dan verder lezen. Eerst maar eens een nieuw stapje.
Kun je stellen dat ieder mens liefde nodig heeft? Is de behoefte aan liefde ingebakken in ieder mens? Is liefde een noodzakelijke voorwaarde om er te zijn? In ieder geval is door de eeuwen heen geprobeerd om liefde te definiëren, maar dat is nog niet sluitend gelukt voor zover ik weet. Dus is het ook moeilijk te zeggen of ieder mens liefde nodig heeft. Als je immers niet precies weet wat het is hoe kun je dan met zekerheid weten dat je het nodig hebt? Toch denk ik dat we wel een afspraak kunnen maken over hoe we dit woord liefde zullen gaan gebruiken. Wat namelijk wel zeker is is dat ieder mens er is. Dat valt niet te ontkennen. Hoe je ook over jezelf of andere mensen denkt, je kunt niet ontkennen dat ze er tussen geboorte en sterven zijn. Hier op aarde. In de sloppenwijken en achter de bewakingshekken van een landgoed, ter land, ter zee en in de lucht, in de gevangenissen en inrichtingen, in woonhuizen en op werkplekken, scholen en stadions, snelwegen en bergpaadjes. Ieder mens is er. Bereikbaar of onbereikbaar, met een hart van steen, van suikergoed of van een weekdier, met een IQ van 160 of minder dan 80, wijs of onwijs, hooggevoelig of ongevoelig. Ieder mens is er. En alle mensen hebben een paar dingen gemeenschappelijk. Ze moeten eten, drinken en ademhalen. Ze moeten een werkend hart en een werkende stofwisseling hebben. De vraag is echter of ze ook allemaal een emotieve energie nodig hebben om in leven te blijven. Anders gezegd: Kan een mens in leven blijven (er zijn) zonder innerlijke psychische emotieve energie. Als een mens alleen bestaat uit stofwisseling, hartslag en ademhalen spreken we dan nog over leven?
Hier stuiten we op een uitermate indringende vraag. In onze tijd wordt vaak gezegd dat het leven als een kasplantje geen leven meer is. Vaak schrikken we nog terug voor de consequenties van die mening, maar we uiten de mening wel. En dat terwijl we door oefenen al hebben kunnen leren dat wij liefde nodig hebben. Niemand weet hoe het leven is achter de ogen van een mens die wij zien als een kasplantje, die we niet meer op de ons bekende en vertrouwde manieren kunnen bereiken. Die we ook niet meer met onze apparatuur kunnen uitlezen. Wij zijn daar, achter die ogen, immers nooit geweest. Kun je van die mens ook niet zeggen dat hij liefde nodig heeft? Al was het “alleen maar” de liefde die doorkomt in trouwe en vasthoudende zorg. Het is te gruwelijk voor woorden maar zelfs al zou je de gehele verzorging kunnen robotiseren dan nog zou je, als je jezelf in die positie denkt, zeggen dat die mens liefde nodig heeft om mens te zijn. Mens zijn door als mens gezien en behandeld te worden. Dit is een wel heel vreemde alinea aan het worden, maar mijn punt is lijkt mij duidelijk. Liefde is noodzakelijk, is het niet om je mens te voelen dan is het wel om de ander mens te laten zijn.
Wanneer je zo tot op het bot doorvraagt en ontmantelt passeer je wellicht heel veel drempels waar je al een keuze hebt moeten of willen maken. Bijvoorbeeld de keuze dat je niet in die positie (van kasplantje of van bezoeker van een kasplantje) terecht wilt komen en voordat dat gebeurt een aantal keuzes wilt vastleggen. Maar ook in die keuzes is liefde nodig. Liefde van en voor de mensen die je nodig hebt in die keuzes. Liefde van en voor de mensen die geraakt worden door die keuze. Dus zelfs al zou je kiezen om met of zonder hulp van anderen uit dit aardse leven te stappen dan nog heb je liefde nodig. Al was het maar dat er iemand is (of dat jij iemand bent voor de ander) die met je meegaat tot aan de grens van het afscheid, iemand die je niet loslaat.
Hele basale liefde die uitkomt in er zijn.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie