De post-individualistische kerk (32)
Dit bericht is 1079 keer gelezen!
Een wijze waarschuwing
“Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen.” Woorden van “Ik Ben” (naam van God in de bijbel), die je in Genesis 4:6-7 kunt lezen. Hij spreekt Kaïn aan. Kaïn betekent zoiets als “een vent”, “een hele kerel”. Daartoe was hij bestemd door zijn moeder Eva. Die naam moest hij zijn hele aardse bestaan dragen. Dat klinkt in aardse oren als heel wat. Je bent iemand waar men tegenop kijkt en ontzag voor heeft, een man met wie men rekent. En zo groei je ook op. Onder die verwachting. “Mijn mannetje”, “mijn prins”. Het is dan ook onuitstaanbaar om op een dag het idee te hebben dat God jou, jouw daden en jouw dankbaarheid niet ziet. Hij kijkt niet naar jou om. En nog erger wordt het als je om je heen kijkt en mensen hoort zeggen dat God wel naar hen omziet, wel rekening houdt met hen en hen waardeert. Kaïn laat zijn gezicht vallen. Hij kijkt naar de grond, het teken van een onbereikbare geest. Hij kijkt niemand, ook God niet meer aan en raakt opgesloten in zijn eigen gedachten. Iedereen is zijn vijand.
Even tussendoor: De bijbel geeft je alle reden om het Kaïn niet kwalijk te nemen. Hij had niet voor het leven gekozen, hij had zijn eigen naam en bestemming niet gekozen. Kaïn was het leven ingerold om aardebewerker te zijn. En als hij daarmee bij God komt zegt de bijbel zelf, dat God er niet naar omziet. Dus de bijbel geeft Kaïn alle verontschuldiging en ook wij mogen alle reden hebben om niet kwaad te zijn op Kaïn. Hij koos er niet voor. Zijn ervaring is gelegitimeerd en niet alleen maar zijn eigen ervaring.
Maar zijn gezicht valt. En dan lijkt “Ik Ben” iets te doen wat ons het bloed onder de nagels uit zou halen. Hij spreekt Kaïn aan. Niet met een verklaring of een excuus, maar met een open vraag en een opmerking die we moeten leren slikken. Let eerst even op het feit dat Hij Kaïn niet bij zijn naam aanspreekt! Hij zegt “Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur.” Als jij het goede doet kun je toch God en mensen aankijken? Deze vraag is zo open en indringend dat je hem honderden keren achter elkaar zou moeten lezen. En laten we niet waanwijze dingen gaan roepen als “maar iedereen zondigt wel”, want dat is niet aan de orde. Kaïn heeft niets verkeerds gedaan. Hij heeft geen enkele aanleiding gegeven om genegeerd te worden. Aan de orde is het verongelijkt zijn en daardoor in jezelf keren. Dat is een levensgevaarlijke beweging. En God nodigt hem uit om met opgeheven hoofd te leven. Het leven zelf is het waard om geleefd te worden.
Maar Kaïn spreekt met Abel zonder zijn gezicht op te heffen en slaat hem dood. Hij wil Abel, die er ook niets aan kan doen, niet aankijken. Hij wil Abel, die helemaal het probleem niet is, weg hebben uit zijn leven. Kaïn is boos in zichzelf, hij zoekt een uitlaatklep. Hij doet het goede niet, kijkt God en medemens niet aan en laat zo de zonde toe.
Hoe je het ook wendt of keert, “Ik Ben” geeft ons hier een essentiële levensles. Wees er en kijk de ander aan! Individualist en naastenliefde. Je kunt er naar aanleiding van de bijbeltekst en dit blogje van alles en nog wat bij halen, maar in essentie komt het leven hier op neer. Wees er! Dat is de afspiegeling van de Godsnaam “Ik ben”. Jij hebt niet om jouw aardse bestaan gevraagd en sommigen willen alles en iedereen de schuld geven. Maar daarmee zeggen ze eigenlijk: Ik zou er niet moeten wezen, voor mij niet, voor jou niet en voor God niet. En God zegt: Wees er! Maar Hij zegt daarbij: Kijk de ander aan! Keer je niet in jezelf, wees er niet voor jou alleen, maar wees er voor de ander. En dat is volgens mij de zin van het bestaan of je nu in God gelooft of niet.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie