Niklaus Koppernigk en de CGK
Dit bericht is 50403 keer gelezen!
In de tijd van Niklaus ging men er van uit, dat de aarde het middelpunt van ons zonnestelsel en het heelal was. Zo had God het gemaakt en bedoeld. De aarde, de mens in het midden. De zon draaide om de aarde. Dat leverde wel veel rekenproblemen op, want de waargenomen banen van de planeten en de zon klopten niet. Observaties weerspraken het feit dat de aarde het middelpunt was. Men herrekende steeds opnieuw om het systeem passend te maken en dus steeds te kunnen blijven volhouden dat de zon om de aarde draaide. Niklaus kon ook heel goed rekenen en observeren. Daarnaast durfde hij ook buiten de lijntjes te denken. Hij kwam tot de conclusie, dat niet de zon om de aarde draaide, maar de aarde om de zon. Opeens klopten de berekeningen wel en viel alles op zijn plaats. De kerk was daar nog niet aan toe en plaatste zijn boek “De revolutionibus orbium coelestium” op de Index, de lijst van verboden boeken. De kerk hield zich liever vast aan het ingewikkelde systeem van de zon, die rond de aarde draait dan dat men het veel logischer idee dat de aarde rond de zon draaide omarmde. Men had het nu eenmaal altijd zo gezegd en zo was het de bedoeling van God.
Iets vergelijkbaars zie je bij heel veel door organisaties aangenomen regelingen en bepalingen. Ze gaan uit van een zeker beginpunt en dat beginpunt blijft gehandhaafd. Als de geschiedenis vervolgens dingen oplevert die niet bij dat beginpunt passen worden ingewikkelde berekeningen gemaakt, die het systeem toch weer overeind houden. Dat gebeurt in de kerk ook. De vondst van Copernicus (Koppernigks Latijnse naam) werd ontkend en het oude systeem dat de kerk had omarmd aangehouden, hoezeer het wetenschappelijk ook rammelde. Datzelfde lijkt te gebeuren met een kerkorde. Een kerkorde is geschreven vanuit een bepaald beginpunt. Voor de kerkorde van de CGK was dat de Reformatie en de daaruit volgende synode van Dordrecht. Daar zijn uiteraard later heel wat aanpassingen aan gedaan, maar het systeem zelf bleef overeind. Het systeem is zelfs zo sterk ingeslepen, dat het tegenwoordig heel normaal is als je zegt, dat we wel gereformeerd moeten blijven en moeten blijven denken. Men gaat er dan voor het gemak van uit dat gereformeerd hetzelfde is als wat men al jaren kent of meent te kennen. Vrouwen kunnen geen ambtsdrager zijn bijvoorbeeld. Vanuit een beginpunt naar de argumenten kijken betekent zelfs dat men het risico loopt de bijbel te lezen als ondersteuning van het eigen standpunt.
Als je nu naar de kerkorde van de CGK kijkt, ik bedoel het boekje zelf, dan valt iets merkwaardigs op. De artikelen 3 tot en met 27 gaan over de ambten. Artikel 3 t/m 13 specifiek over de voorgangers. De tekst van de artikelen zelf neemt veel minder ruimte op papier in beslag dan de later bijgevoegde bepalingen. De geschiedenis heeft heel wat toegevoegd aan het aanvankelijke beginpunt. Het is een promotiestudie waard om te onderzoeken in hoeverre het beginpunt veilig moest worden gesteld door nieuwe regelingen en afspraken. Het beginpunt ligt echter in een andere cultuur dan die waarin in 2019 veel kerken leven. In die andere cultuur waren het de mannen die bestuurden en publieke functies bekleedden. Zo was ook de kerk al eeuwen georganiseerd. Het is niet meer dan logisch, dat de nieuwe kerk (de Reformatorische kerk) zich aansloot bij de heersende cultuur. Waarom zou de kerk opeens anders gaan denken? Heel veel elementen in de Reformatorische kerk zijn voortzettingen van de kerk van Rome. In die zin is het beginpunt van de kerkorde bepalend voor wat er door de eeuwen heen geregeld en gevolgd is. Er wordt nog steeds een beroep gedaan op het verleden, de lange traditie en de geschriften van hen, die de reformatie begonnen. In de huidige discussie heb ik al meer dan eens broeders horen vragen waarom dat wat al eeuwen gangbaar is opeens onjuist zou zijn?
Maar juist dat beroep is dubieus als er zich vanuit de huidige cultuur een andere manier om de bijbel uit te leggen aandient. Het helpt niet om dan te zeggen dat je niet de cultuur moet laten bepalen hoe je de bijbel leest. Je doet het immers zelf ook als je de bijbel leest. Het is aan geen mens en aan geen vergadering of kerk gegeven om de bijbel cultuurloos en daarmee absoluut te lezen. Iemand die dat wel beweert maakt zich God gelijk. Ik besef dat ik met deze woorden heel veel deuren open zet, maar dat is wellicht ook nodig om niet opnieuw een kleine aanpassing te doen zodat het beginpunt overeind blijft. Het mooie is dat de reformatie dat zelf ook uitspreekt, zoals we lezen in de Nederlandse Geloofsbelijdenis art 7: “Men mag ook gener mensen schriften, hoe heilig zij geweest zijn, gelijkstellen met de Goddelijke Schriften, noch de gewoonte met de waarheid Gods (want de waarheid is boven alles), noch de grote menigte, noch de oudheid, noch de successie van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten; want alle mensen zijn uit zichzelven leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelve.”
In de CGK is momenteel het kerkelijk ambt ter discussie. Voor een deel spelen bijbelse factoren een rol, voor een deel cultuurfactoren en voor een deel de eigen comfortzone van de sprekers en schrijvers. Dat geldt ook voor mij. Ik weet niet of het een copernicaanse revolutie is waar wij ons in bevinden, maar ik vermoed van niet. Wat wel speelt is dat we er goed aan zouden doen het werkelijke fundament van de kerk te benoemen, namelijk de eenheid in Christus. Dat is een geloofsuitspraak en geen regelgeving. En dan geloof ik weer wel dat er een revolutie gaande kan zijn. Indien wij namelijk de eenheid in Christus belijden en vieren zul je zien dat heel wat onheilige woorden verdwijnen en de veelkleurigheid van de kerk zal toenemen. De kerk dient zich altijd te her-vormen. Dat principe is in ieder geval sinds de reformatie met de mond beleden. Achter die uitspraak schuilt het besef dat bij alles wat een kerk doet en vormt de menselijke component een belangrijke rol speelt. Diezelfde component dient echter steeds opnieuw bevraagd, gezuiverd, bijgesteld en geheiligd te worden. Wie daarom een beginpunt één zaligmakend verklaart bevindt zich al bijna niet meer in een zich steeds hervormende kerk.
Geef een reactie