Vergeven (5) – Opleggen
Dit bericht is 2420 keer gelezen!
Nu is er iets vreemds aan de hand met dat woordje “optillen” uit het vorige blogje. Ik schreef al dat het heel veel betekenissen heeft en op heel veel manieren gebruikt kan worden (zie vorige blog). De bijbelvertalers hebben de neiging het woord te vertalen met “vergeven” zodra er sprake is van zonde, ongerechtigheid, misdaden en overtredingen. En dat is op zich best te begrijpen. Toch vraag ik aandacht voor zinnen in de bijbel, die wel een beetje vreemd zijn als je in de buurt van zonde, ongerechtigheid, misdaden en overtredingen steeds vertaalt met “vergeven”. Ik zal je niet vermoeien met heel veel tekst, maar geef slechts één enkel voorbeeld. Lees bijvoorbeeld “U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt.” (Lev. 19:17 HSV). Een heel mooie vertaling vind ik. Dat laatste woord (laadt) is dus het woord dat vaak vertaald wordt met “vergeven”. Hier zie je echter iets vreemds. Als je jouw naaste niet terecht wijst leg je zonde op hem. Maar je kunt ook vertalen met “zodat u geen zonde op hem vergeeft”. Maar het is ook mogelijk te zeggen “zodat u niet zonde op hem legt”. Hier zou je even over moeten mijmeren.
Als ik het lees hoor ik ook de klank doorkomen, dat je jouw naaste juist verantwoordelijk moet stellen voor zijn fouten en zonden. Als je dat niet doet dan is dat hetzelfde als jouw naaste haten. In bijbelse zin betekent dat dat als je jouw naaste niet terecht wijst je je van hem afkeert. En als je je van hem afkeert, als je hem dus niet terecht wijst, leg je zonde op hem. Naast veel andere dingen wordt hier ook duidelijk dat je de zonde van jouw naaste op hem kunt leggen. Ook dat is vergeven! Anders gezegd: Zonde vergeven en zonde opleggen zijn allebei goede vertalingen van dezelfde woorden. Natuurlijk is het zo dat je voor een aannemelijke vertaling moet kijken naar de context. Je zult situaties in de bijbel tegen komen waarin het niet mogelijk is te vertalen met “zonde opleggen”, maar je zult ook situaties tegenkomen waar het niet mogelijk is te vertalen met “zonde vergeven”. Ik heb je er net één gegeven. En er zijn er meer.
Is het nu ongehoord van mij als ik zeg dat de bijbel hier duidelijk maakt dat er situaties in ons leven zijn waarin we zonde niet “kunnen” of “mogen” vergeven, maar het juist de bedoeling is dat we zonden opleggen? Anders gezegd: Ik lees in de bijbel ook dat we onze naaste verantwoordelijk moeten stellen voor de zonde, misdaad, overtreding en ongerechtigheid. Sterker nog (en daarom citeerde ik ook bovenstaande tekst), het is onze plicht om de naaste terecht te wijzen (verantwoordelijk te stellen) zodat we de zonde juist NIET op hem laden. Door iemand verantwoordelijk te stellen creëren we de mogelijkheid dat de ander verlost wordt van de zonde. Maar dat houdt dan wel in, dat we de ander die zonde onder de neus moeten brengen.
Zie je wat er gebeurt? We hebben het over het woord, dat met vergeven wordt vertaald en we zien, dat dat woord ook betekent, dat je de ander juist verantwoordelijk stelt. Vergeven is dus ook een vorm van toerekenen van de zonde. Dat toerekenen heeft dan wel als doel de verlossing van de naaste. Maar dat toerekenen betekent ook, dat je niet zomaar alles moet of mag vergeven in de zin van kwijtschelden. Er is wel een indringende boodschap voor het slachtoffer of voor degene, die getuige is van de misdaad: Je mag de dader niet haten, je mag je niet van de dader afkeren. Maar daarover later. Voor nu is het wel weer even welletjes.
(Een noot voor één van de reageerders: Hier zie je al de achtergrond Johannes 20:23)
(wordt vervolgd)
Geef een reactie