Wat een stilte (5)
Dit bericht is 1728 keer gelezen!
Geschreven op de dag na het synodebesluit aangaande vrouw en ambt in de CGK
Onze …
Wie zijn die “onze” als Jezus ons leert het gebed te beginnen met “Onze Vader”? In mijn stilte kijk in gedachten om mij heen. Zijn “onze” alle mensen die het gebed uitspreken? Of zou Jezus als Jood alle Joden bedoelen? In de lijn van mijn voorgaande blogjes neig ik naar alle mensen. Dat is dan wel mijn geloofsuitspraak omdat ik geloof dat alle mensen hun oorsprong, hun schepping, hun zijn in God hebben. Sommigen zeggen dat God alleen Vader is voor hen die door het geloof zijn aangenomen als Zijn kind. Ik zou het wat anders zeggen. Er zijn mensen die het vaderschap van God beamen en er zijn mensen die dat niet doen. Maar dat laat onverlet dat God Vader is. Onze Vader.
En met die woorden komen mensen mijn stilte binnen. Dat zijn lang niet iedere dag dezelfde mensen. Soms zijn het mensen voor wie ik mij verantwoordelijk voel. Soms zijn het mensen met wie ik mij één voel. Soms zijn het mensen die helemaal de woorden “Onze Vader” niet in hun hart of hun mond hebben. Vandaag zijn het mensen die op een aantal voor hen en mij belangrijke punten geheel anders denken en geloven dan ik. Ze kleden zich ook anders, spreken anders. Hun keuzes (vooral in de kerk) lijken lijnrecht tegenover die van mij te staan. Terwijl ik zeker weet dat ik God kan danken voor mijn keuzes. Maar met dat ik dit schrijf kijken zij mij in mijn stilte aan en kunnen precies hetzelfde zeggen. Vandaag lijkt het alsof Paulus naast mij zit en Romeinen 14:6 schrijft: “Wie de dag in ere houdt, houdt hem in ere voor de Heere, en wie de dag niet in ere houdt, houdt hem niet in ere voor de Heere. Wie eet, eet voor de Heere, want hij dankt God. En wie niet eet, eet niet voor de Heere, en ook hij dankt God.” Onze Vader.
Maar het blijft mijn stilte. De mensen die daarin binnen komen zijn niet (alleen) mijn eigen keuze. Ik heb niet bepaald wie er bij die “onze” horen. Soms is het heel ontroerend om samen “Onze Vader” te bidden. We voelen elkaar aan en de aanwezigen inclusief mijzelf zijn één in gebed. Maar soms is het gebed heel pijnlijk. Dat zijn de dagen dat de bidders van elkaar vermoeden dat we het liefst hebben dat de ander met zijn of haar keuzes niet tot deze intieme kring zou behoren. Waarom moet ik met die en die bidden als mijn keuzes worden afgekeurd of zijn keuzes worden opgelegd? In mijn stilte moet ik mij er soms toe zetten om die woorden te spreken omdat er mensen in mijn stilte zijn die ik het liefst de deur uit zou sturen om weer harmonie in mijn stilte te ervaren. Het aparte is dat het nog wel steeds stil is. Die andere mensen wachten, zeggen niets, staan of zitten daar maar. Zijn zij open afwachtend of dwingend in zwijgen? Ik heb gedaan wat Jezus zei. Ik ben in de stilte (binnenkamer) gegaan en ben millimeter voor millimeter het gebed gegaan waarin Jezus ons voorging. Maar het lijkt alsof ik vandaag bij het eerste woord (Avinoe, Onze Vader) al dreig vast te lopen. Het lijkt alsof ik daar al niet verder wil omdat verder bidden een soort overgave aan de ander is. Begrijp me goed, op de dagen dat er mensen in mijn stilte zijn met wie ik mij één voel en met wie ik mij kan associëren bid ik rustig verder, is er niets aan de hand. Niet met het heiligen van de naam van God, niet met ons dagelijks brood en niet met vergeving van schulden. Maar op dagen als deze ….
Onze Vader
Ik kom ook echt even niet verder. Laat ik maar afsluiten met “Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze”, hoewel ik weet dat ik daar vandaag niemand recht mee doe en dezelfde mensen er morgen weer zullen zijn.
wordt vervolgd …..
Geef een reactie