CGK en de tijd 3 : Bijbel als Woord van God
Dit bericht is 3657 keer gelezen!
Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat geen van de ambtsdragers van de CGK zal zeggen dat de bijbel niet het Woord van God is. Dit gezegd hebbend hoor ik collega-ambtsdragers denken: Ja, maar de één bedoelt er wat anders mee dan de ander. Naar ik hoop denkt niemand: Ja, maar zij bedoelen daar wat anders mee dan wij. Als dat laatste wordt gedacht is er sprake van een scheiding. Als het eerste wordt gedacht is er sprake van een gesprek. In de scheiding ben je partij, in het gesprek ben je onmisbaar onderdeel. Alle onmisbare onderdelen bij elkaar (alle CGK-ers) genomen gaat het gesprek over de ontdekking van de bijbel als Woord van God. Die ontdekking is als het goed is van al die CGK-ers een dagelijkse bezigheid.
Je zou verwachten dat er dan een grote eenheid bestaat in de CGK. Principieel is dat ook zo, namelijk de belijdenis van de bijbel als Woord van God. Om het anders te zeggen: Alleen geloof, alleen genade en alleen de Schrift bouwen de kerk. Waar we het echter wat moeilijk mee hebben is de constatering dat we niet allemaal bij dezelfde praktijk uitkomen als we de bijbel lezen. En het laat zich aanzien dat die verschillen in de praktijk worden aangegrepen om diepe fundamentele verschillen te benoemen. Het benoemen van die diepe fundamentele verschillen wordt dan weer aangegrepen om de eigen positie als de meest of enige plausibele positie neer te zetten. Zo worden de verschillen in de praktijk herleid tot wat men de “hermeneutische kwestie” noemt. De hermeneutische kwestie is de vraag of we op verschillende manieren met het Woord van God kunnen en mogen omgaan.
De hermeneutische kwestie. Ik kan die kwestie niet zo goed onder worden brengen als Bert Loonstra (Meedenken met Paulus) en Arnold Huijgen (Lezen en laten lezen). Ten diepste komt de kwestie neer op de vraag wat je bedoelt als je zegt dat je de bijbel letterlijk moet lezen. Dat zeggen we allemaal, maar bedoelen niet hetzelfde. De één zal zeggen dat als de bijbel zegt dat de aarde in zes dagen is geschapen je behoort te geloven dat dat meetbaar zes dagen van 24 uur waren. Anderen zullen die zes dagen ook laten staan maar zich afvragen wat er nu bedoeld wordt en op zoek gaan naar het recht van ieder woord van Genesis 1. Dat voor hen de zes dagen een ander belang hebben dan voor de eerstgenoemden mag duidelijk zijn. Deze verschillen in gebruik van de bijbel, voor ieder het Woord van God, leiden in de praktijk tot verschillen in keuzes en vormgevingen. Zo komt de één tot de overtuiging dat de kerkelijk ambten in zijn of haar gemeente echt voor de mannen zijn bedoeld en de ander tot de conclusie dat die ambten voor alle gelovigen zijn bedoeld. Ziehier een kort aanstippen van de hermeneutische kwestie. Maar nogmaals, wil je een veel nauwkeuriger beeld: Lees Loonstra en Huijgen. Zeer de moeite waard!
Waar het mij om gaat in de lijn van mijn blogs is dat als we van elkaar durven zeggen dat we de bijbel lezen als het Woord van God we ook de rijkdom en veelkleurigheid van verschillende vormgevingen kunnen genieten. Dit lijkt een oversimplificering van het probleem waar de CGK nu voor staan maar schijn bedriegt. De aanvaarding van elkaar is een veel intensievere en levensvragende uitdaging dan het theologisch doorwroeten van een hermeneutisch probleem. Die aanvaarding is zelfs zo lastig voor ons mensen, dat we er doorgaans niet aan ontkomen er voorwaarden aan te stellen. “Ik wil jouw bijbellezen wel aanvaarden als je ….” Maar zo werkt het natuurlijk niet, zo krijg je geen gespre en geen eenheid. We hebben de Geest van Christus nodig om elkaar als Christus zonder voorwaarden vooraf te aanvaarden in ons lezen van de bijbel als het Woord van de Allerhoogste.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie