CGK en de tijd 4 : Kerkorde (1)
Dit bericht is 3101 keer gelezen!
Ik publiceer twee blogs in één keer om de cliffhanger van het eerste blog niet te lang te laten duren.
“Aanvaardt elkaar zoals Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid van God.” Hoe vaker ik de woorden lees hoe indringender ze worden . Ze klinken soms zelfs als wanhopige woorden van liefde. Dat gebeurde mij in ieder geval toen ik de betogen las waarmee sommige CGK-kerken andere CGK-kerken op basis van kerkordelijk denken willen duidelijk maken dat de consequentie van hun stappen zal zijn dat ze niet meer als zusterkerken zullen worden aanvaard. Die redenering is niet zo heel moeilijk en klinkt bij velen als heel logisch in de oren. Bij toetreden tot een kerkgenootschap beloof je je aan de onderling gemaakte regels te zullen houden. Kom je met een regel in de knel dan kun je voorstellen die regel te veranderen. Zegt de meerderheid daar “nee” op dan hou je je gewoon aan die regel. Doe je dat niet dan zeg je daarmee, dat je de afgesproken orde niet meer ondertekent en hoor je de facto niet meer bij het kerkgenootschap. Het klinkt wat rigide zoals ik het nu schrijf, maar mensen moeten onderling kunnen weten waar ze met elkaar aan toe zijn. Daarom zijn er regels en daarom houden we ons daaraan. Hier en daar worden vergelijkingen gemaakt met het voetbalspel. Als mensen zich daar niet aan de regels houden kun je het spel niet spelen. Je benadeelt andere spelers als je je niet aan de regels houdt.
Zoals gezegd klinkt dit heel plausibel. Er is echter in de kerk iets meer aan de hand dan in de voetbalclub. De diepste reden voor het bestaan van de kerk is het door God in Christus aanvaard zijn als Zijn kind. God maakt mij Zijn kind in Christus door mij door Zijn Geest het geloof te geven. Twee mensen die dat belijden zijn het begin van een kerk. En je voelt hem al komen: Als ze gaan samenleven (bidden, bijbel lezen, zingen en stil zijn, lachen en huilen) kan het haast niet anders of de duvel zal proberen die band te breken. Uiteraard komen er allerlei verschillen tussen die twee naar boven en de duvel zal proberen om die verschillen tot tegenstellingen te maken. Waar verschillen de veelkleurigheid van de Schepper zouden moeten bezingen zijn ze ook een potentiële wig tussen mensen die de Geest aan elkaar verbindt.
Dan vinden we toch een kerkorde uit? God is een God van orde en niet an wanorde. We spreken regels af en beloven ons er aan te zullen houden. Nogmaals: Dat klinkt plausibel. De kerkordelijke regels zijn als het ware de belijning op de weg. We houden ons aan de lijnen, omdat het verkeer anders een dodelijke chaos wordt. Dus de lijnen zijn er om verkeer mogelijk te maken. Maar wat is er dan aan de hand op het moment dat het je niet houden aan de regels een breuk in de gemeenschap wordt? Waar is dan de aanvaarding van elkaar gebleven zoals Christus ons aanvaard heeft? Is de inhoud verdwenen uit de bast? Zijn eigeel en eiwit weg uit de schaal? Of moeten we zeggen dat het verkeer zich anders gedraagt dan de belijning wil? Wat zullen we dan aanpassen, het verkeer of de belijning?
Natuurlijk zullen velen zeggen dat je met deze redenering alle deuren open zet en opeens alles mogelijk wordt en de chaos losbarst. Dat is de manier waarop wij mensen denken en waarop wij onze veiligheid (in onze ogen terecht) verdedigen. Het is echter de vraag of wij dan wel begrepen hebben, diep doorvoeld hebben wat de apostel eigenlijk bedoelt met “aanvaardt elkaar”. Wij houden het oog op de afgesproken orde en raken het zicht op de aanvaarding in Christus kwijt. Ik weet dat diverse broeders en zusters dit een schijntegenstelling vinden omdat, zo zeggen zij, de kerkorde op de belijdenissen en de belijdenissen op de Schrift zijn gebouwd en je je dus aan de kerkorde moet houden en geen valse tegenstelling moet creëren tussen de kerkorde en de onderlinge aanvaarding. En toch: Omdat God het geloof geeft aan een broeder of zuster is de aanvaarding in Christus een feit. Wat scheurt er dan als een een kerkgenootschap scheurt op de kerkorde?
Op college werd ons geleerd dat als het echt niet meer gaat de kerkorde op tafel komt. Op de vraag of liefde tot God en liefde tot de naaste niet op tafel zou moeten komen was het antwoord dat we helaas niet op de nieuwe aarde wonen. Geheel juist! Amen! Maar van kinderen van God mag je verwachten dat ze er in de kracht van de Geest als Christus voor elkaar en de medemens zijn. Je mag verwachten dat iets van de nieuwe aarde doorkomt in hun woorden en daden en dat dus niet de kerkorde de reden van de scheuring tussen broeders en zusters wordt. Hoe veilig die orde mag voelen, het is een schijnveiligheid als je naar Christus kijkt en Zijn verzoenend lijden en sterven.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie