De post-individualistische kerk (27)
Dit bericht is 1048 keer gelezen!
Daar is de kerk
Wil jij? Dat is de vraag van Jezus aan de naaste van de dag in blogje 26. Het is natuurlijk niet altijd de vraag aan de naaste. Die vraag is toegespitst op de situatie, zoals elke vraag dat zou moeten zijn. In blog 27 zien we een andere ontmoeting met Jezus die ook een heel andere invalshoek heeft. En ook nu een oproep aan de doorgewinterde bijbellezer om te proberen de jou bekende uitleggingen even aan de kant te zetten en te letten op wat er tussen Jezus en zijn naaste gebeurt. Je leest het hele verhaal in Johannes 4.
De situatie begint voor ons heel overzichtelijk. Het kan ons vandaag gebeuren. Je vraagt even hulp aan iemand die hulp[ kan bieden. Jezus vraagt water aan een vrouw die een emmer om water te putten bij zich heeft. Hij is moe, het is midden op de dag, er ie een put en een vrouw met een emmer. Vul je eigen situatie maar in. Je staat ergens met pech, het is druk en er is een man met een telefoon. Jezus zegt: “Geef mij te drinken!” Klinkt bot. Is bot. Alsof jij tegen die man met die telefoon zegt: “Bel de ANWB!” Maar let op! Er is een reden om bot te zijn. De vrouw deed het niet uit zichzelf. Zij negeerde Jezus blijkbaar. Zij kon geen naaste zijn, kwam niet in compassie over de drempel. Zij heeft een opdracht nodig om de drempel naar Jezus over te stappen. Hoe vaak komen wij geen mensen tegen die geen naaste kunnen zijn? Die man had toch ook even kunnen vragen: “Zal ik de ANWB even bellen?” Bot zijn is dus in dit geval naastenliefde.
Maar de vrouw heeft meer moeite dan verwacht. Ze kronkelt zich in allerlei bochten om niet meteen te doen wat Jezus zegt. Vreemd, nietwaar? Geef de man een beker koud water en het is genoeg voor vandaag. Maar nee, zij moet de sociologie, de theologie en de geschiedenis erbij halen. Lees het verhaal maar zelf. Het lijkt alsof ze er alles aan doet om deze man geen beker koud water te geven. Deze vrouw moet gered worden, maar waarvan?
Jezus is scherp! Hij telt de omstandigheden en de woorden van de vrouw bij elkaar op. 1. Zij begon met de tegenstelling man-vrouw en Jood-Samaritaan. 2. Zij is op het heetst van de dag water gaan putten, het moment dat niemand anders dat doet. 3. Zij heeft moeite met kleine gebaren maken naar een ander. 4. Zij heeft iets tegen opdrachten want ze ontwijkt continu. 5. Zij is niet dom, maar misschien wel miskend. Conclusie? Het dorp zal wel allerlei theologische en sociologische bezwaren hebben tegen de relatie van deze vrouw met mannen en ze wil de roddel niet horen en zeker voorkomen dat er nog wat kolen op dat vuur worden gegooid. Dus moet deze Joodse man op afstand worden gehouden. Jezus is naaste en zegt iets minder dwingend: Ga en roep jouw man. En dat is midden in de roos! Daar zit de pijn!
Wat verlost nu deze vrouw? Ze wordt verlost want nog geen moment later roept ze heel het dorp om met Jezus kennis te maken. Maar wat was het nu dat haar verloste? Het eenvoudige feit dat iemand haar leven kende en zich toch van haar afhankelijk maakte. Jezus had in alles respect getoond en haar gewaardeerd. Al was het maar om het dragen van een emmer. Dat was haar plaats geweest en die had hij ten volle gewaardeerd. En dat ondanks het feit, dat hij precies wist wie ze was! Of was hij er juist achter gekomen wie zij was doordat hij haar respecteerde? In beide gevallen was Jezus een naaste geweest en had hij haar verlost uit haar sociale isolement.
Zo zie je dat een geheel overzichtelijke situatie je vandaag tot naaste kan maken voor een medemens. En dan gaat het niet alleen om wat jij te bieden hebt, maar ook om wat jij te vragen hebt. In reactie op jouw vraag zul je zien wie de naaste is en hoe jij die kunt liefhebben. Durf je te geloven? Want daar en op dat moment wordt de post-individualistische kerk geboren.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie