Wat een stilte! (2)
Dit bericht is 1642 keer gelezen!
Stilte heeft veel gezichten en veel inhouden. Ik weet het. Stilte kan een bron van leven, genezing en herstel zijn. Stilte kan ook verstikkend en doods zijn als je alleen overblijft. Stilte kan deprimeren, tot wanhoop brengen. Als je roept lijkt iedere klank te worden geabsorbeerd door geluidzuigende wanden. En niemand luistert. Was je maar dood. En dat terwijl je juist wilde leven. En als je wat zegt worden de woorden in je vermenigvuldigd omdat je de enige bent die ze hoort en kan verwerken. En dus ga je je mond houden om je eigen hart niet te vermoeien. Zolang dat als er nu iemand zou komen je geen woorden meer zou weten om je hart in uit te spreken.
Stilte
Alef, zijn. Het is niet niks, ook al is het voor jou op dit moment misschien niet veel. Je bent en misschien is daar voor nu alles wel mee gezegd. Zijn is te groot, te diep en te hoog om er in te kunnen bewegen. En als je niet uitkijkt vervloei je tot er niets meer van je over is en je volledig bent opgegaan in “was”, “ooit”, “geloof ik”. Maar alef is niet niks. Het is een handje boven en een handje beneden en een streep die die beiden verbindt. Alsof alef wil zeggen, dat je niet alleen bent. Alef bemoedigt, wijst op iets dat je nu misschien nog niet ziet. Alef is ook een stille. In het hebreeuws heeft hij (of zij) zelfs geen klank. Je kunt de letter niet uitspreken. Het is zelfs geen h in onze ch of ue in chique. Nog minder klank dus. De alef is stil. Alleen als je er een a of een e of een i bij zet hoor je iets. Maar dan hoor je niet meer dan de a of de o of de i. De alef is de basis waarop en de ruimte waarin je kunt beginnen te leven. Alef is zijn.
Stilte
Het is wel heel bijzonder dat Jezus zijn gebed begint met een alef. Hij begint in de stilte en laat die stilte ook stilte zijn. En, zoals we lazen in 1 Koningen 19, in de stilte is God. En in mijn stilte wordt het langzaamaan moeilijk om afscheid te nemen van de stilte. Hij voelt zo weldadig aan nu de deur naar het lawaai dicht zit. Het is een stilte die me doordringt zoals water een spons doordringt. Het is een stilte die me omringt zoals het water de vis. De stilte maakt me gewichtloos en pretentieloos, vrij en onverplicht. Ergens achter de deur is het lawaai nog. Ik herinner me het lawaai. Het lijkt nu allemaal zo vol en opgeblazen, zo tijdelijk en drukdoenerig. Ik schaam me haast dat ik van de stilte geniet terwijl de wereld, de jeugd, de bossen en de bedrijven afbranden. Moet ik niet gaan blussen? Moet ik niet van hoop gaan spreken in een hopeloze wereld? Maar eerlijk gezegd ben ik bang dat ik dan alleen maar onderdeel van het lawaai zal zijn. Eén van de vele stemmen waar mensen doodmoe van worden.
En alef kijkt me aan. Stilte
Als Jezus zijn gebed begint begint Hij met de alef en zet er een a-klank bij. In het Nederlands begint het gebed met een o-klank, in de taal van Jezus met een a-klank. (Ik laat even mijn fantasie gaan om niet te snel de stilte los te hoeven laten.) Zou Jezus dat bewust doen? Die a-klank? De klank die ieder kind over de hele wereld als eerste kan uitspreken ook al is er nog geen enkele richting in die klank? Mama. Papa. Dada. Zou Jezus daarom die klank kiezen? Omdat hij ons zo kinderlijk vertrouwd is? Omdat die klank ons thuis brengt bij vlak na onze geboorte toen de wereld nog bestond uit een moederborst, slapen en de opluchting van poepen? Een klank die ons dichter bij de baarmoeder en het hart daarboven brengt dan welke andere klank dan ook.
Kom, de stilte is doorbroken ook al is het door een heel vertrouwde klank. De alef kijkt mij aan, het absolute zijn. En daar in de stilte word ik herboren. Aaaa ….
(wordt vervolgd)
Geef een reactie