Wie staat hoger, de Schrift of mijn lezen?
Dit bericht is 4259 keer gelezen!
Nog één blogje naar aanleiding van wat mijn broeder en collega Arie Versluis in de Wekker schreef. Dit blogje gaat over de relatie tussen Schrift, kerk en kerkenverband. Ik neem mijn uitgangspunt in wat in de Wekker stond te lezen: “En misschien moeten we er ook eens over spreken hoe het komt dat we de Schriften soms zo verschillend verstaan. We hebben elkaar als kerken gekregen en we hebben elkaar nodig. Ook los van de laatste weken is bezinning op de verhouding kerk en kerkverband daarom zeer nodig.” Ik ben blij met deze woorden. Ze ademen het vertrouwen dat we niet spreken over verschillende visies op de identiteit van de Schrift, maar over de verschillende manieren van lezen van de Schrift. Daarmee plaats je het gesprek in de kring van onderling vertrouwen en wederzijdse verrijking. Dat vertrouwen onderstreep ik van harte. Binnen onze kerken kun je uiteenlopende manieren van lezen van de Schrift tegen komen, maar geen verschil in positie als het gaat om de identiteit en het gezag van de Schrift. De vraag of het interessant is te spreken over waarom we de Schrift soms zo verschillend lezen laat ik nog even onbeantwoord. Ik zie dat zelf als een gegeven en ervaar de verschillende manieren van lezen als een verrijking en verdieping. Ook wanneer uit die verschillende manieren van lezen verschillende kerkelijke praktijken komen zie ik dat als een van God gegeven verrijking en uitdaging. Dat gezegd zijnde kan ik niet ontkennen dat het feit dat delen van mijn manier van lezen wel eens worden weggezet als onbijbels mij diep raakt. Maar dat neemt niet weg, dat ik van harte leer van andere manieren van lezen.
Het zal dan ook niet verbazen dat ik blij ben als die verschillende manieren van lezen worden gestimuleerd. Sommige broeders en zusters om mij heen (in de kerk van Almere) laten niet na mij er op te wijzen, dat die ruimte lang niet aan iedereen is gegeven. En ik zie en hoor de worsteling van gemeenteleden op dit punt. Het is voorwaar niet gemakkelijk om andere meningen, gedachten en uitleggingen te horen dan die welke jou vertrouwd zijn en waar je je veilig bij voelt. Toch lijkt het mij niet de taak van bijbellezers en -uitleggers om de dingen maar zo te zeggen en uit te leggen dat de hoorder zich daar prettig en veilig bij voelt. Het Woord van God is een tweesnijdend scherp zwaard en dat weet iedereen, die zich wel eens aan dat Woord gesneden heeft. De verschillende manieren van lezen zijn dan ook, mits je uitgaat van de gemeenschappelijke belijdenis dat de Schrift het Woord van God is, een middel in handen van de Geest om uit de voorraad oude en nieuwe dingen tevoorschijn te halen. En daarbij geloof ik dat Gods Geest alle factoren kan gebruiken, die ons verschillende lezen veroorzaken. Opvoeding, karakter, opleiding, leeftijd, relaties en wat al niet meer zijn van invloed op ons lezen, verstaan en uitleggen van de Schrift. Maar variëteit is een gave.
Het is dan ook denkbaar dat waar die variëteit een plaats krijgt de plaatselijke kerk een andere plek is dan wanneer die variëteit geen plaats krijgt. Hoezeer wij ook verlangen naar één-vormigheid en één-duidigheid, het lijkt mij geen reële verwachting dat die in een geloofsgemeenschap onder gezag van de Schrift snel te vinden zullen zijn. Wellicht op een aantal punten vrij snel, maar op andere punten nooit. Wanneer die variëteit een plaats krijgt in de lokale kerk zul je die variëteit ook in het verband van kerken gaan zien. En dat lijkt mij niets nieuws. Zolang ik predikant ben lees en beluister ik preken van collega’s. Om er van te leren. Het internet geeft mij ruim toegang. We preken zeker niet allemaal hetzelfde en dat is maar goed ook. Toch ben ik nog geen preek tegen gekomen waarbij ik het vermoeden kreeg dat de belijdenis aangaande de Schrift en het gezag van de Schrift een andere was dan de mijne. Sommige preken stonden qua vorm, opbouw en inhoud ver bij mij vandaan, maar de Schrift was en bleef de Schrift.
En als we dan constateren “dat we elkaar als kerken hebben gekregen en dat we elkaar als kerken nodig hebben” hoor ik bijna een nieuwe tijd aanbreken. Vaak hebben we elkaar als kerken helemaal niet nodig gehad en hebben we elkaar helemaal niet als gave ervaren, laat staan dat we dat hebben uitgesproken! Niettemin is op deze dag dat geloofsstatement voor mij actueel en toepasselijk. Uiteraard besef ik de enorme uitdaging die dat statement in onze tijd met zich meebrengt, maar het lijkt mij toe dat we wellicht niet hoeven te spreken over hoe het komt, dat we zo verschillend lezen, maar dat we mogen beginnen met naar elkaar te luisteren in het lezen en elkaars lezen, uitleggen en toepassen mogen aanvaarden als gave en als uiting van de veelkleurige rijkdom van Gods genade voor mensen als wij.
Geef een reactie