De post-individualistische kerk (36)

Schrille tonen
In het vorige blogje gebeurde er iets merkwaardigs en ik hoop dat je het zag, zodat je het kritisch kunt benaderen. Het leek net alsof een abortus de revue passeerde zonder dat er een ethisch oordeel werd gegeven over de abortus zelf. Er zijn veel mensen die dat heel erg prettig vinden, omdat dat betekent dat deze keuze hoort bij de individualistische autonomie van de mens. Maar er zijn er ook heel veel die dat helemaal niet prettig of juist vinden, omdat het leven zelf beschermwaardig is en één individu alleen niet mag beslissen over het leven van een ander individu en zeker niet een individu dat zichzelf niet kan verdedigen. En onder die laatsten zijn heel wat christenen. Er lijkt dus kortsluiting te ontstaan tussen de opdracht van Jezus aan de ene kant (naastenliefde) en hoe mensen op grond van de naastenliefde zouden kunnen denken over en handelen in het beëindigen van de zwangerschap aan de andere kant. Deze kortsluiting kun je voorkomen door collectief te denken. De bijbelgeleerden, de filosofen of de wetgevers stellen vast wat wel en wat niet uit naastenliefde is en daar handelen we naar. Dan wordt iemand in zijn individuele handelen gerechtvaardigd door de collectieve regel. Maar in deze abortuskwestie is dat voor individualisten niet te verteren. Geen wetgever, geen filosoof, geen bijbelgeleerde vertelt mij dwingend wat ik wel of niet met mijn leven en mijn baarmoeder zal doen. Nu kun je je zwaar gaan verzetten tegen het individualisme ten faveure van een collectief vastgestelde leefregel. Dat zou zelfs aanvaardbaar lijken omdat het kind dat groeit wel een individu is maar geen zeggenschap heeft. Hier ligt dus een grens van het individualisme, namelijk bij de vraag of een individu zelf kan beslissen. Maar voor de moeder gaat geen enkele collectieve beslissing werken als die anders is dan ze individueel zou hebben genomen. Op dit moment is de vraag relevant: Hoe “werkt” de naastenliefde in een situatie als deze?