Vaya con Dios
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze site, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
Vaya con Dios
Navigation
  • Home
  • Links
  • Nice!
  • contact
  • Preken in MP3
You are here: Home › Homofilie
Currently browsing category

Homofilie

Bij de open brief (zie vorige blog)

13-04-2022 | Filed under: Bijbel, CGK, Geloven, GS-CGK, Homofilie, Kerk, m/v en ambt

Gemeenschap(pelijkheid)

Zoals beloofd schrijf ik een stukje bij mijn open brief om de waarde van gemeenschap, gemeenschappelijkheid en eenheid wat duidelijker in beeld te kunnen krijgen.

Gemeenschappelijk is dat “wat voor meer mensen geldt”, “collectief” of “in het belang van meerdere mensen”. Met de toevoeging van -heid suggereer ik dat het een zelfstandig ding is geworden, een na te streven belang, een te definiëren goed dat door een bepaalde groep wordt nagestreefd. Als je op basis van gemeenschappelijkheid een beslissing neemt staat of valt de beslissing bij het belang van een groep, een meerderheid of een minderheid. Ik denk dat het dienstig is het woord “belang” hier in het oog te houden. Als je op basis van gemeenschappelijkheid kiest is er sprake van een groepsbelang en dat groepsbelang sluit mensen in of uit aan de hand van het wel of niet hebben van dat belang. read more

Antwoord aan Bert Loonstra

14-05-2021 | Filed under: Bijbel, Bijbelstudie, CGK, Geloven, GS-CGK, Homofilie, Kerk

Antwoord aan Bert Loonstra in zijn blog https://www.bertloonstra.nl/blog/de-cgk-en-ds-peter-van-dolderen/

Beste Bert,
Dank voor jouw blog naar aanleiding van mijn overstap van de CGK naar de NGK. Je stelt daar een paar relevante vragen en geeft enkele leerzame observaties. Ik reageer er graag op omdat ik denk dat we door openlijk met elkaar van gedachten te wisselen veel collega’s en kerken kunnen helpen, al was het maar in het bepalen van hun eigen route.

Ik begin bij de vraag die je (mede) aan mij stelt: “Is het terecht om iemand die zich om fundamentele, Bijbelse redenen niet aan het synodebesluit houdt, te brandmerken als iemand die zijn woord breekt? En moet zo iemand zichzelf dat aanrekenen?” Het lastige is dat ons ondertekeningsformulier eindigt met de zinsnede dat wij ons “zullen houden aan de geldende kerkorde en de verdere bepalingen van de Christelijke Gereformeerde Kerken”. Ik weet dat het zinnetje anders bedoeld is dan waarop ik het in mijn beslissing heb gebruikt. Het was bedoeld als een soort veiligheidskader voor predikanten. De synode heeft echter uitgesproken (ik heb de letterlijk tekst hier niet, want ik ben op vakantie) dat iedere predikant en elke kerk zich in handelwijze dient te houden aan het besluit inzake LHBTI van 2013. Als je dat expliciet zegt kan ik niet anders dan in het ondertekeningsformulier lezen dat ik beloofd heb dat te zullen doen. Mind you: Het gaat mij om de vrijheid van handelen in de gemeente! Zelf vind ik het nogal grotesk dat je bij een besluit een dergelijke uitspraak meent te moeten opnemen. Het is alsof de wetgever bij de wet “We mogen in woonwijken niet harder rijden dan 30 km/u” nog apart opneemt dat “ieder zich daar in elke woonwijk ook aan moet houden”. Zou het in de wet staan dan zouden we niet ophouden met grinniken. Maar bij mij gaat het om het sacrament van het avondmaal en daarmee om het teken dat verwijst naar het al dan niet deel zijn van het Koninkrijk van Jezus Christus. Bij de bediening van het sacrament vergaat mij dan de glimlach van genade en dat mag ik de gemeente niet aandoen. Ik wil bij de bediening van het sacrament niet steeds over mijn schouder hoeven kijken of oom agent er niet toevallig met een lasergun staat om mij te betrappen. Dat maakt mij onvrij en de gemeente zal dat zonder meer ervaren. Ik zie dat als een “onzuivere bediening van het sacrament”. Daarom heb ik het zinnetje zo opgevat. read more

Wind of begrenzing?

03-11-2018 | Filed under: Bijbel, Bijbelstudie, CGK, Geloven, GS-CGK, Homofilie, m/v en ambt, Mijmeringen, Postseculier, Samenleving

Mijn broeder Arie Versluis schreef in een paar zinnen in de Wekker nog meer wat verdere reactie oproept. Een kort blogje wijd ik aan een gedeelte van zijn woorden. Hij schreef naar aanleiding van het feit, dat de classis Apeldoorn inzake vrouw en ambt een ander besluit had genomen dan de synode van de CGK:: “Niemand is erbij gebaat dat bij zo’n ingrijpend en gevoelig onderwerp elke classis zijn eigen beleid gaat bepalen, met mogelijke verschillen tussen de classes als gevolg.”

Deze woorden verraden de overtuiging dat er op punten waarop de synode beslist uniformiteit in mening en denken bestaat of moet ontstaan. Alle kerken, classes en PS-en zouden zich met de uitspraak van de GS moeten conformeren. En die overtuiging lijkt goede papieren te hebben omdat een handtekening onder de kerkorde vertelt, dat alle ambtsdragers, dus alle stemgerechtigden in dit kerkelijk proces, zich zullen houden aan wat de GS besluit. Aan deze mening ligt echter een verwarring ten grondslag. Men verwart kerkelijk eenheid met eenheid in geloof en geweten. Soms komen geloof en geweten diametraal tegenover een beslissing te staan die door de kerkelijke eenheid is genomen. Dat kun je in de beslissing zelf al zien. Waar ook maar één ambtsdrager ter synode anders gestemd heeft dan de meerderheid is die eenheid van geloof en geweten al niet gelijk aan de kerkelijke eenheid. Op heel veel punten kunnen mensen zich conformeren, maar niet op alle punten. En dat blijkt nu. Conformeren naar geloof en geweten omwille van een kerkelijk eenheid was voor veel mensen op de punten van vrouw en ambt, seksuele identiteit, liturgische vormgeving en nog enkele punten al niet mogelijk. Nu blijkt het ook voor kerken en een eerste meerdere vergadering (classis) niet mogelijk.

Ik schrijf “niet mogelijk”. Het is geen onwil of recalcitrantie, niet het doordrammen van de eigen mening. Met het apostelconvent (Handelingen 15: 8 en 9) dienen wij te buigen voor het feit, dat de Geest aan dezen en aan genen het geloof heeft geschonken. Dat feit dringt aan op aanvaarding van elkaars visie en vormgeving als uitgangspunt voor het gesprek en niet als het te bestrijden doel van het gesprek. Ik zou dus zeggen dat de hele CGK er bij gebaat is dat iedere classes een eigen koers gaat varen. Net zoals de CGK erbij gebaat is dat iedere kerk een eigen koers gaat varen. Het boeiende van dit proces is dat de GS het platform wordt waarop een grotere veelkleurigheid van Gods genade gevierd kan en mag worden. Op dit moment lijkt de GS een regelgever, grensbepaler en structuurhandhaver te zijn geworden. Dat kan niet goed gaan, dat is vragen om scheuring. Die scheuring ontstaat waar kerkelijke eenheid als belangrijker wordt ingeschat dan eenheid in geloof en geweten. Begrijp me goed, ik ben ervan overtuigd dat de leden an de GS op eigen manier consciëntieus (pogen te) werken. Waar het mij om gaat is dat mijns inziens elke classis wel degelijk een eigen koers vaart zoals elke kerkenraad dat doet. En dat weten we allang. Welkom in de post-individualistische samenleving in welke het Woord ook klinkt zoals in alle samenlevingen voor ons.

Deze woorden roepen natuurlijk heel veel spanning op. Het is echter de vraag of je die spanning als uitdaging ziet of als bedreiging. Ik zeg: Laat je uitdagen om grotere delen van het Koninkrijk te ontdekken! Wat dat betreft ben ik het van harte met Arie eens: “Bovendien, en veel belangrijker, zullen we het inhoudelijke gesprek moeten voeren. …. Dan is een discussie over regelingen echter te weinig.”  

Een bodemloze (?) kloof

28-11-2017 | Filed under: Bijbel, Bijbelstudie, CGK, Geloven, GS-CGK, Homofilie, Kerk

“En bovendien is er tussen ons en u een grote kloof aangebracht, zodat zij die van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook zij niet die vandaar naar ons zouden willen gaan.” (Lukas 16:26)

De woorden worden door Jezus in de mond gelegd van Abraham, die aan het feestmaal van de HEER spreekt met een (voormalig rijke) man in de hel. Het verbaasde mij altijd al, dat mensen van het feestmaal zouden willen opstaan om naar de hel te gaan en de mensen daar helpen. Maar, zo redeneerde ik, het is eigen aan de kinderen van het licht om de mensen in een / de hel te willen helpen. Ook al kost hen dat het feestmaal. Dus moest God er voor zorgen, dat Zijn kinderen niet uit de hemel weg zouden lopen om de hellegangers te gaan bijstaan. Neem het niet te letterlijk, alsjeblieft, want in zo’n God geloof ik niet meer sinds ik die God ben tegengekomen in diverse hellen. Hij gaat dus zelf ook op pad om te helpen en te redden.

Toch moest ik aan deze woorden denken tijdens een gesprek van afgevaardigden van de synode en een aantal Almeerse gelovigen over de relatie tussen iemands seksuele identiteit en het deelnemen in de gemeente van Christus. Ik kan uiteraard uit dat gesprek niets vertellen, want dan zou ik de vertrouwelijkheid grof schenden. Hou het dus maar bij de mededeling, dat dat gesprek is geweest. Waarom moest ik tijdens dat gesprek aan die kloof denken? Omdat het op meerdere momenten leek alsof gesproken woorden de ander niet bereikten maar ergens tussen spreker en luisteraar in een bodemloze kloof vielen. Van de ene kant van de kloof werd er iets gezegd, maar aan de andere kant leek het gezegde niet aan te komen. En vice versa. Begrijp me niet verkeerd! Het gesprek was open, emotioneel bij tijd en wijle, soms gedurfd, maar zeker niet zo dat we aan het einde elkaar moesten vergeven voor woorden of daden die niet bij Christus horen. En toch …. De woorden vielen in een resonantieloze stilte.

En dan kijk je naar de overkant en je denkt: Wat mis ik nu? En: Waarom lukt het mij niet?

Een resonantieloze stilte bij een kloof waar niemand aan de overkant wil zijn.

En dan denk ik weer aan de woorden van de Heiland. Natuurlijk is het een gelijkenis. Je mag het niet lezen als een adequate beschrijving van het leven na de dood. De gedachte dat je aan een feestmaal zittend het roosteren van de medemens aan de overkant kunt ruiken en zijn krijsen kunt horen! Of andersom de gedachte, dat je tijd- en einde-loos geroosterd zou worden met uitzicht op een feestmaal in het huis van God! Gruwel om God te betichten van het creëren van zo’n werkelijkheid! En ik ga ook niet zeggen wie er nu aan de hemelkant en wie aan de hellekant van de kloof staat. Ik sta nu een tijdje te mijmeren aan mijn kant en vraag mijzelf af of ik aan de andere kant zou willen zijn? Mijn overmoedige antwoord luidt: Ja, om hen te helpen. Maar tegelijkertijd besef ik, dat zij dat ook zullen zeggen en dat wij dus allebei maar aan onze eigen kant blijven staan. En zolang we aan onze eigen kant blijven staan vallen onze woorden in een resonantieloze stilte.

Misschien is het wel genade, dat Jezus Abraham de boven geciteerde woorden in de mond legt.

 

Jezelf opnieuw uitvinden

10-11-2017 | Filed under: CGK, Geloven, GKv, GS-CGK, GTU, Homofilie, Kerk, m/v en ambt

Niemand heeft tot op dit moment de vraag gesteld, dus stel ik hem aan mezelf.

“Peter.”

“Ja.

“Waarom heb je in een paar uur tijd jouw Facebook, jouw Twitterlijn en jouw site leeg gehaald?”

“Ach, wat aardig, dat je dat vraagt. Ik zal het je vertellen. Op die drie media had ik veel berichten, blogjes, tweets en dergelijke staan over onderwerpen, die mij na aan het hart liggen. Voor een aantal van die onderwerpen geldt echter, dat ze een station zijn gepasseerd. Er is een beslissing over genomen, ze zijn afgehandeld, ze zijn van de agenda verdwenen of ze hebben een status quo bereikt, zijn in beton gegoten en vormen een nieuwe zuil. Dat betekent dat wat ik over die onderwerpen schreef zijn tijd gehad heeft. Of het nu wel of niet van invloed is geweest op de beslissingen is niet van belang. De tweets, blogjes en artikelen hebben nu geen nut meer. Dus verwijder ik ze. Nu stonden er natuurlijk ook wel blogjes en tweets en zo, die niets met die onderwerpen te maken hadden. Die had ik kunnen laten staan. Maar het uitzoeken daarvan kost me teveel tijd. Voor mijn site kan dat in de toekomst nog wel, maar voor Facebook (en in mindere mate Twitter) gaat dat niet. Daar sneuvelen dus alle posts. Wellicht dat ik op mijn site een aantal dingen terug plaats.”

Op een aantal punten moet ik mezelf dus opnieuw uitvinden. Ieder van ons kent momenten of tijden in het leven, dat het lijkt alsof de boel is vastgelopen. Ingrijpende momenten. Een relatie loopt klem of juist uit elkaar. Werk blokkeert je geestelijk. Je oude vertrouwde geloof is opeens verdwenen. Het huis waar je in woont lijkt opeens koud als een graf en voelt hard als de steen waarmee het is opgetrokken. De situatie, waar je in terecht bent gekomen kan een tijd voortduren. Je houdt het nog wel even vol. Je probeert wellicht het oude vertrouwen nog wat op te peppen. Soms merk je echter dat je jezelf overschreeuwt. Wat je zegt met oude vertrouwde woorden klinkt opeens hol van binnen. De inhoud is weg. En zo leef je langzaam naar de dag toe, dat je het wel onder ogen moet zien: Het is er niet meer. Mijn liefde voor mijn partner, mijn vertrouwen in God of mijn geloof dat Hij er voor mij is, mijn enthousiasme voor mijn werk of mijn betrokkenheid bij mijn medemensen. Het is weg.

En dan…?

Je moet jezelf opnieuw uitvinden. Ik vind het een mooie uitdrukking. Je komt niet ver bij jezelf vandaan, je wordt niet opeens een heel ander mens. Natuurlijk kun je door verandering van de omstandigheden een echt ander leven gaan leiden / lijden. Maar je neemt jezelf mee. Het mooie is wel dat je andere kanten van jezelf kunt leren kennen of kanten die je al kende anders kunt gaan inzetten. Bij het “jezelf opnieuw uitvinden” hoort ook opruimen van enig levensmeubilair. En daarmee ben ik weer terug bij de grote schoonmaakactie. Er zijn een aantal zaken tot besluit gekomen. Ik denk aan de positie van mensen met een niet-hetero identiteit in de kerken waarin ik predikant ben. (Alleen hetero-relaties worden toegestaan.) Maar ik denk ook aan de vertegenwoordiging van de plaatselijke kerk waar ik werk naar kerkelijke vergaderingen. (Afvaardiging uit samenwerkingskerken.) Ik denk aan het isoleren van de kerken waarin ik werk op het punt van samen studeren met mensen uit andere kerken. (Het GTU-besluit.) Maar ik denk ook aan de dwang, die door mijn kerkenverband wordt opgelegd aan lokale kerken op een aantal punten van het kerkelijk samenleven. (Pastorale en kerkordelijke notities bij het besluit inzake homorelaties.) Deze onderwerpen zijn een onomkeerbaar punt van besluit gepasseerd en dus hebben veel woorden, die voor die tijd geschreven zijn geen zin meer. Sterker nog: Veel woorden van vóór de beslissingen konden wel eens verlammend gaan werken na de beslissingen. Vroegere woorden kunnen zo’n koud huis gaan worden of zo’n compleet geblokkeerde werkrelatie. De oude woorden kunnen de verhouding met mensen gaan verzieken nu ze hun tijd hebben gehad. Het is zelfs mogelijk dat die oude woorden het geloof in God gaan aantasten als ze herhaald blijven worden. Dus … uitgummen en opnieuw beginnen. Herontdekken.

“En waar begin je dan na het uitgummen?”

“Fijn dat je dat even vraagt! Op een nieuwe pagina. Ik bid om een open mind voor datgene wat God voor me klaar legt om te doen en kijk naar voren. Het past bij mij om te zeggen: Wie de hand aan de ploeg slaat en kijkt naar wat achter hem ligt is niet geschikt voor het Koninkrijk van God.”

De bijbel is toch niet veranderd?

21-06-2017 | Filed under: Bijbel, Bijbelstudie, CGK, Geloven, GKv, Homofilie, Kerk, m/v en ambt, Postseculier, Samenleving

Nee, de bijbel is niet veranderd en dat zal ook niet meer gebeuren. De wedervraag wordt dan: Waarom moeten dan in onze  tijd de dingen anders gaan dan in het verleden? De bijbel zegt toch nog steeds hetzelfde? Waarom moeten er dan opeens andere posities zijn ten opzichte van homoseksualiteit, vrouw en ambt, positie van kinderen in de kerk, avondmaal, predikantschap, kerk en kerkgenootschap, belijdenissen en ga zo nog maar even door? De bijbel zegt toch al eeuwen hetzelfde?

Ieder van ons zal dit type gesprek kennen. Het vindt niet alleen in kerkelijke en religieuze setting plaats, maar op alle terreinen van het leven. De wereld is voor heel veel mensen verwarrend geworden en heel veel mensen zijn gestopt met zoeken en denken. Maar het wordt echt urgent als iemand zijn uiterste zekerheid ziet vergaan. Voor veel mensen is de bijbel dat nog steeds, ook voor mij. Het onfeilbare Woord van God! Dat kun je toch niet anders gaan uitleggen om je eigen zin te krijgen?! En het aparte is, dat iedere bijbelgetrouwe gelovige datzelfde denkt en voelt. Of je in de bijbel ruimte leest voor de kerkelijke emancipatie van man en vrouw of je leest die ruimte niet, de vragen blijven hetzelfde. Hoe komt het toch, dat wij er echt van overtuigd zijn, dat wat wij geloven ook werkelijk in de bijbel staat. Sterker nog: Hoe komt het dat wij het niet anders kunnen lezen dan wij lezen?

Het is aan ieder om nu te zeggen dat de ander gewoon niet anders wil. Anders gezegd: Je kunt jouw opponent aansmeren dat hij gewoon zijn eigen wil wenst te lezen in de bijbel en dat dat (voor jou) overduidelijk niet juist is. En ik snap volkomen dat je daar ten volle van overtuigd bent en heel veel anderen met jou en dat jouw visie op vele plaatsen wordt beschreven en ondersteund. Kun je je voorstellen dat jouw opponent precies hetzelfde denkt? Sta dan even stil en realiseer je dat je elkaar in de ogen kijkt en in een patstelling verkeert. Je bent door God aan elkaar gegeven, maar betekent dat dan ook, dat er een gemeenschappelijk “gelijk” moet zijn? Moet je het met elkaar “eens” worden? Moet één van twee maar gaan toegeven (liefst natuurlijk die ander) aan één van de twee posities? Of is het compromis de gewenst verlossing? Het meest indringende probleem is wel, dat je allebei het “onfeilbare Woord van God” leest en moet constateren dat er minstens twee posities mogelijk zijn.

Hubris (overmoed). Het is overmoed te denken dat een mens (of een heleboel mensen bij elkaar) in staat zou(den) zijn om uit het onfeilbare Woord van God de exacte mening van God over kwesties in de aardse tijd te destilleren. Ik kan nog een stap verder gaan: Zolang je je eigen wil, wens en mening niet kruisigt zijn die wil, wens en mening per definitie niet bijbels. Mijn wil, wens en mening moeten sterven voor het heil van mijn naaste, dus ook mijn overtuiging dat mijn mening zuiver bijbels is. Was het niet Jezus die zei, dat indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft hij op zichzelf blijft? Tegelijk zegt Hij dat als die korrel wel sterft hij veel vrucht zal dragen. Bij die opmerking denk ik echter vaak, dat je dan wel in een heel groot geloof moet sterven. En in die laatste gedachte kun je het duiveltje in mij lezen, dat altijd blijft zeggen dat we als mensen in de geschiedenis toch wel een verschil moeten maken, een naam moeten wil hebben onder de mensen.

Nee, de bijbel is niet veranderd en dat betekent dat we de nieuwe vragen ook voluit serieus kunnen nemen. Blijkbaar komen er nieuwe manieren van lezen naar boven. De tijden veranderen en ook voor onze tijd spreekt de bijbel liefdevol en heilbrengend. Het is alleen aan ons om niet in overmoed te gaan denken dat de waarheid die wij in de bijbel lezen de enig juiste waarheid is zolang wij niet bereid zijn ons leven en dus die eigen waarheid voor de ander te verliezen.

We leven in een uitermate boeiende tijd. Anders dan in andere tijden maken wij ontwikkelingen in denken en geloven mee die geen menselijk gezag van boven meer aanvaarden. In andere tijden werd het ongewenste menselijke gezag (bijvoorbeeld de curie) nog wel eens ingeruild voor gewenst menselijk gezag (Calvijn of een synode), maar bleef het menselijk gezag. Dat is nu definitief voorbij. Ook het gezag van een specifieke bijbeluitleg wordt niet meer erkend, omdat de hoorder vermoedt dat er in die uitleg meer van de uitlegger dan van het Woord zit. Aanvaardt het maar, want ook dat zal niet veranderen. Alleen het Woord zal eeuwig bestaan en niet zijn uitleg. Het Woord verandert niet (vertrouw op God, die het gaf en Jezus die het is), zijn uitleg verandert voortdurend en wellicht ook steeds sneller.

HeMa-lezen (9 en slot) – Van God en Zijn Woord, gelovige, kerk en kerken

27-12-2013 | Filed under: Bijbel, CGK, Homofilie

Ik heb mezelf weer een beetje beter begrepen. Ik ga voor de HERE God en Zijn Woord! En voor allen, die Zijn Woord in geloof willen volgen. En voor het lichaam, waarin al die gelovigen hun plaats hebben. En voor de organisatie, die al die plaatsen samenbindt. Maar af en toe steekt er een graatje heel erg dwars in mijn keel en heb ik tijd nodig om mijn plekje te vinden. Heel soms doe ik dat leesbaar voor iedereen. Waarom? Omdat ik weet, dat velen ten aanzien van de kwestie die op dat moment speelt erg in verlegenheid zijn, maar het niet durven of kunnen uiten. Zo ook in de kwestie van homoseksuele relaties en de kerk. Ik weet uit vele gesprekken, dat veel mensen met de kwestie in hun maag en hart zitten. Als ik de mensen goed beluister is de eerste spanning de relatie met jezelf wanneer je ontdekt anders te zijn dan de meerderheid door wie je tot op dat moment bent opgevoed. Dan is er de spanning van de relatie met een mens, een geliefde met een andere gerichtheid dan jezelf. Dat is erg wennen voor sommigen. Er zijn ook zoveel vragen. Je eigen heden en toekomst, maar soms ook verleden is er mee gemoeid. Je moet opnieuw wennen aan jezelf. Dat geldt evenzo voor die vaders, die geen schoondochter krijgen en moeders, die geen oma worden. De wereld staat voor sommigen echt op zijn kop. Het geeft vervreemding en je zoekt houvast. Maar je moet vaak ook opnieuw wennen aan de ander. Dat komt meestal omdat je eerder in de jou bekende verhoudingen van man en vrouw dacht en handelde, maar nu moet inzien, dat die verhoudingen voor het leven veranderd zijn.

Waar vind je houvast? Gelovigen vinden dat in de bijbel en bij God. En als dat op een goede, gezonde manier gaat is dat een enorme steun. Troost, bemoediging, waarschuwing of correctie, ze maken het leven helderder, leefbaarder. Maar er kan ook een enorm probleem ontstaan. Een probleem kan ontstaan wanneer de bijbel voor meerderlei uitleg vatbaar lijkt te zijn en de uitleggers elkaar verdacht maken. Een mens raakt dan niet alleen in verwarring van zijn of haar eigen gevoelens, liefde, gerichtheid en sym- en antipathieën, maar nog meer door de elkaar bestrijdende berichten van de bijbeluitleggers. Er groeit twijfel aan wat juist houvast zou moeten bieden. Het helpt niet, wanneer een bijbeluitlegger zegt, dat hij de juiste uitleg heeft. Het helpt ook niet, wanneer meerdere bijbeluitleggers het ogenschijnlijk met elkaar eens lijken te zijn. Er zijn immers al andere geluiden gehoord. Het helpt helemaal niet wanneer een bepaalde uitleg als normatief wordt opgelegd. Het gezag van de uitlegger(s) is niet voldoende om de strijd van binnen tot rust te brengen. De strijd met innerlijke gevoelens is door gebrek aan normatieve eenduidigheid en een groeiend gevoel van eigen verantwoordelijkheid reeds te groot geworden. De meeste mensen volgen in die strijd die weg, die hen het beste lijkt te passen bij het wezen van God, zoals zij dat zien. En het hoeft geen betoog meer, dat die wegen enorm uit elkaar kunnen lopen. Welke autoriteit is er dan nog, die jou kan overtuigen en een specifieke koers kan laten gaan met behoud van het respect voor de ander?

Voor mijn eigen antwoord op dit soort vragen begin ik altijd met oriëntatie op de kern van het evangelie, een kern, die iedereen onderschrijft: Heb God lief boven alles en heb je naaste lief, hij is als jij. Schuilen bij God en bij mijn broeders en zusters is voor mij de beste optie. Bijbel en gebed. Het betekent voor mij eenvoudig de ander meerder achten dan mijzelf. Dat ervaar ik als zegenrijk. Gaandeweg groeit daar een gemeenschap uit, een samenleving. Samen bidden en bijbel lezen schept een onverwoestbare band. Niet zelden bleek het kunnen meeleven met de ander en zijn of haar zoeken en uitleggen verrijkend, bindend en relativerend te zijn. Hier ontstaat de eerbied voor het Woord van God, omdat eerst hier in volledige aanvaarding de openheid groeit om niet meer in standpunten en gelijk te denken maar in eenheid en verscheidenheid. Hier groeit de tafelgemeenschap in de onvoorwaardelijke liefde voor de ander. Wie dit begrijpt begrijpt ook, dat je de gemeenschap van brood en wijn, de eenheid in Christus’ liefde kunt meemaken met iemand, die heel hard moet vechten om met zijn (al dan niet) aangeboren aanleg geen kinderen te beschadigen. Maar hier groeit ook het besef, dat twee volwassenen alle liefde, kracht en hoop nodig hebben om elkaar te blijven herkennen en liefhebben in de kracht van de Geest van Christus, mannen en vrouwen gelijk. Brood en wijn in de strijd van alledag. Het ware beelddrager Gods zijn door de volharding in de liefde tot God en de naaste. En voor mijn lezers zal het geen geheimtaal zijn als ik zeg, dat je deze kracht van God gegeven moet zijn.

En als iemand dan van één of twee van mijn tafelgenoten zegt, dat hij / zij niet mee mag doen heb ik de neiging heel erg verontwaardigd te worden. Wij zijn in de kring, omdat we het niet van onszelf verwachten, maar ons heil buiten onszelf in Christus Jezus zoeken. Volharding in zonde maakt dat iemand buiten de gemeenschap komt te staan, niet dat anderen zeggen te weten dat iets wat je doet zonde is. Natuurlijk zijn er intense spanningen op dat punt. Wie van ons is wel zo roomblank, dat hij of zij niet van volharding in (een) zonde kan worden verdacht? Wie van ons weet wel precies te vertellen waar de grens van het koninkrijk ligt? Soms zijn de dingen in deze evident, ik heb ze ook meegemaakt. Tucht bracht vrede. Maar op een punt, waar (1) de bijbeluitleg uiteen loopt, (2) een mens niet beschadigd wordt door het enkele feit van de homoseksuele gerichtheid van zijn of haar partner en (3) een gemeenschap in de kracht van de Geest de durf heeft om over de eigen schaduw heen te stappen, raak ik enorm in verwarring wanneer een geluid van buiten op dwingende toon die gemeenschap van brood en wijn verbiedt.

Verwarring mag natuurlijk niet het laatste punt zijn en (de HERE God kennende) zal het ook niet het laatste punt zijn. Voorlopig ga ik maar dat doen, wat tot op heden nog steeds het leven in mijn bestaan heeft gebracht: Bidden en bijbel lezen. Het visiedocument levert goede stof om me toe te verhouden, maar als het een meningengesprek of een gelijk-hebben-strijd wordt leg ik het weg en hou me bij de bijbel, het gebed, brood en beker met hen, die God aan mijn levensweg toevertrouwde.
En de boer ….. hij ploegde voort
En de vergaderingen …… zij vergaderden door en hielden na de sluiting op te bestaan.

Pffffffffff ………

HeMa-lezen (8) – Die ene in de procrusteskast

21-12-2013 | Filed under: Bijbel, CGK, Homofilie

Die ene langs de kant van de weg. Soms gebeurt het je gewoon, dat je die ene meer ziet dan de honderden op de weg. Al hoor je bij die honderden op de weg, de stem van die ene krijg je niet uit je oren en je gedachten. Wat gebeurt er dan? De communicatie ondergaat een paradigmashift. Van “wij en jij”, “meerderheid en minderheid”, “ man en vrouw” of “hetero en homo” verandert het gesprek in “jij en ik”. En dat is voor mij sinds die tijd (eerste pastorale ontmoetingen met homo-christenen in ’86-’89) zo gebleven. Geen grote woorden meer over de ander, maar optrekken met de ander. En ik heb mensen zien veranderen van mensen die met de massa een mening hadden over homo’s, vaak met bijbelteksten ondersteund, naar vaders, moeders, buren, familieleden en vrienden, die leefden met een homoseksuele man of vrouw en de bijbel. Het veranderde ook hun mening, hun bijbellezen en hun houding in de gemeente van Jezus Christus. Die ene langs de kant van de weg trok meer hun aandacht dan de menigte op de weg en de overtuiging van de massa. Ik heb slechts één keer iemand ontmoet, wiens eerder geuite mening gelijk bleef ook na de coming-out van zijn kleinkind.

Ieder, die die weg gegaan is, zal weten dat ook je eigen bijbellezen en het eigen bijbelverstaan verandert. En voordat iemand anders je het verwijt maakt van opportuun bijbellezen heb je jezelf dat verwijt al menigmaal gemaakt. Je schaamt je, dat je de bijbel bent gaan inpassen in en aanpassen aan jouw wil en wens. Ook ik passeerde dat station. Het zelfverwijt was alleen niet het laatste, dat ik mezelf of anderen hoorde zeggen. Ik bleef de vraag horen: “Wat maakt jou daarin anders dan mij?” Je bent voorwaar niet de enige, die de bijbel op eigen-wijze manier leest. De waarde en waarheid van die opmerking is mij door de jaren heen gebleken. In Almere kent men inmiddels de zinsnede, die daar voor mij uit is voortgekomen: We lezen samen de bijbel, niemand heeft in uitleg gelijk, maar we zijn in uitleg aan elkaar gelijk en Gods Woord staat boven ons allen in gezag. Dat gezag gaat voor mij zo ver boven mij uit, dat het luisteren naar de ander steeds opnieuw een verrijking blijkt te zijn. Wij zijn als mensen en gelovigen daarin aan elkaar gelijk. En die waarheid bleek ook op de dag, dat ik het visiedocument van de CGK-synode las en herlas.

Het document zit zorgvuldig opgebouwd in elkaar. Het staat als een huis. Het wekt ook zeker de indruk, dat er niet of nauwelijks tegen in te gaan is. Ik kan dat met mijn kennis en tijd ook niet op een effectieve manier. Volgens mij wil ik dat ook helemaal niet. Vanaf de eerste letter tot de laatste punt ademt dit document de bezigheid van een metselaar, die steen voor steen een zeer ingewikkeld bouwwerk realiseert. En het resultaat mag er wezen. Het laat geen openingen en kieren zien, waar mogelijk nog ruimte voor een andere dan de voorgestelde praxis denkbaar zou kunnen zijn. De inhoudsopgave laat de blauwdruk van de uitspraak al zien en de metselaar, die aan de hand van die uitgezette lijn aan het werk gaat, kan er op vertrouwen, dat het een nauwsluitend en stevig staand geheel zal worden. De andere kant van deze zorgvuldigheid is de immense spanning, waaronder dat gebouw zal staan. Die spanning is zo groot, dat het niet zal blijven staan. Daar hoef ik niets voor te doen, dat zit in de intentie van de architect. Die intentie is zonder meer duidelijk: “De Schrift laat geen ruimte voor een beleving van een homoseksuele relatie in liefde en trouw.”

Maar dat is toch de uitkomst van het onderzoek en niet een intentie tot bewijs? Beschuldig ik de opstellers nu toch van faul play? Nee, helemaal niet, zeg ik in alle denkbare toonaarden. Ik constateer alleen, dat het document de procrusteskast voor de homoseksuele broeder of zuster zeer nauwkeurig in elkaar heeft gezet. Die ene langs de kant van de weg is die ene in de kast geworden. En hij of zij moet daar ook alleen blijven. En dat breekt mijn hart. Een gebroken hart is een onhandig ding als je een discussie moet aangaan. Dat wil ik dan ook niet, ik wil geen discussie over mensen, maar ik wil wel mijzelf begrijpen. Wat doet mij nu zo’n pijn bij het lezen van het document? Het is die ene. Dat weet ik inmiddels. Het is ook de meerderheid, die enorm blij zal zijn met het document. Ik voel me met die ene verloren tussen heel veel mensen. Maar het is ook het feit, dat de bijbel niet eenduidig is in dezen. De conclusie van het document is helder, maar hetzelfde document laat zien, dat die conclusie niet louter uit de bijbelteksten voortkomt. Op p34 staat te lezen (en lees het a.u.b. in zijn setting): “We kunnen niet eenvoudig een rechtstreekse lijn trekken vanuit de genoemde teksten naar gemeenteleden die in een gelijkgeslachtelijke relatie van liefde en trouw leven.” Deze constatering zet mijns inziens de deur open naar diverse uitkomsten. Toch verandert die constatering de koers naar de uiteindelijke uitkomst niet. De koers leidt ten aanzien van andere uitkomsten op p50 tot de opmerking “… de bewijslast ligt dan bij wie afwijkt van die lijn. Een afwijkende lijn hebben wij in elk geval in de Bijbel niet kunnen ontdekken.” En dan is volgens de opstellers de conclusie duidelijk: “De Schrift laat geen ruimte voor een beleving van een homoseksuele relatie in liefde en trouw.” Maar stel je nu eens voor, dat je het werkwoord “toelaten” in deze zin zou vervangen door “kennen”, dan heb je op basis van dezelfde studiegegevens een even plausibele conclusie. “De Schrift kent geen beleving van een homoseksuele relatie in liefde en trouw.” Een millimeter verschil. En we weten, dat een millimeter koersverschil in Amsterdam leidt tot heel andere bestemmingen in Afrika. En wanneer je dan het zinnetje “Een afwijkende lijn hebben wij in elk geval in de Bijbel niet kunnen ontdekken” beziet in het kader van ons algemeen menselijk onvermogen om ongekleurd te lezen, dan hoor je opeens de stem weer van die ene in de procrusteskast. Aan de andere kant van de muur klinkt gedempt het “ik lees het anders!” Het feit namelijk, dat je die afwijkende lijn niet kan vinden kan heel goed liggen aan het feit, dat je die dingen niet ziet, die jouw oog niet kan zien, omdat hij daartoe niet is uitgerust. Hoe vaak ik niet heb moeten horen, dat ik vaker naar vrouwen moet luisteren in de voorbereiding van een preek waar vrouwen in voorkomen …. (zucht). Maar ik zie niet met een vrouwenoog.

Er zijn wel degelijk andere lijnen te lezen en ook gelezen. Ze zijn alleen niet te lezen voor de meerderheid van de kerkelijke autoriteit, zeg maar de meerderheid op de weg. Maar andere christenen, die de schriftvisie van het document delen, zien wel degelijk een andere lijn. Lees het commentaar op de site van Het Gekrookte Riet maar eens. Daar wordt een lijn gezien van verbod op (alleen al) het spreken met homo’s. Of lees lijnen als die in het werk van Wietske de Jong, Marco Derks of Ruard Ganzevoort. Maar wil ik die lijnen gaan bewijzen? Nee. Het kost me geen moeite om die behoefte te onderdrukken en volgens mij zitten die schrijvers daar helemaal niet mee.

HeMa-lezen (7) – de crisis

17-12-2013 | Filed under: Bijbel, CGK, Homofilie

En dan is er na jaren wachten een visiedocument “Homoseksualiteit en homoseksuele relaties”. Uiteraard zoek ik eerst naar de centrale uitkomst. Die vind ik op meerdere punten, maar samengevat op pagina 50: “De Schrift laat geen ruimte voor een beleving van een homoseksuele relatie in liefde en trouw.” In een paar statements is de impact voelbaar. Homoseksuele relaties worden getypeerd als “zonde”, zijn daarom uiteindelijk ook tuchtwaardig en blokkeren de toegang tot het avondmaal. Als klap op de vuurpijl wordt gezegd, dat ieder zich aan deze uitspraak van de synode dient te houden, zowel kerkordelijk (synodaal-presbyteriaal systeem en het gezag over de lokale kerken) als pastoraal (het is niet goed, dat in de ene gemeente een andere praxis is dan in de andere).

Na een paar dagen zuchtend ademhalen en een paar keer herlezen daalt het stof en groeit de waardering voor het worstelende aspect van dit document. Er groeit ook waardering voor de grondigheid. Er ontwikkelt zich in mij een eigen reis met de woorden uit dit document, die mij opnieuw nieuwe inzichten brengen, maar ook een nieuwe verwarring. En die verwarring wordt groter naarmate ik het document vaker ter hand neem. Het is deze verwarring, die alarmerend op mij werkt. Ik zal het proberen uit te leggen.

Stel nu eens, (1) dat ik met de tekstanalyses mee kan gaan, (2) dat ik het geschetste beeld van het geheel van de Bijbelse hoofdlijn ten aanzien van man en vrouw herken en (3) dat ik de correlatie tussen het avondmaal en Koninkrijk van God aanvaard, trek ik dan dezelfde conclusies als het document? Maar wat moet ik dan met de alarmbellen van binnen?

Een opnieuw bestuderen van de Schrift levert geen nieuwe gezichtspunten op. Ik kan het zeker niet beter dan vele van mijn voorgangers. En daarin maakt het ook niet uit of je het ermee eens bent of niet. De punten die gemaakt kunnen worden zijn al gemaakt en het punt van het visiedocument is daar één van de grootste van: De Schrift laat geen ruimte voor een beleving van een homoseksuele relatie in liefde en trouw. Maar ik constateer wel, dat het één gezichtspunt is naast anderen, die op hun manier en in de ogen van hun verdedigers plausibel zijn. Een hernieuwd bestuderen brengt ons daarin niet verder en zeker niet nader tot elkaar. Is er dan een reden, waarom ik de visie in het document boven andere visies zou stellen? Ja, die is er. Mijn eigen gevoel. Ik ben een HeMa-lezer. Ik hoor bij de dominante leescultuur in de kerk, de wereldkerk mag ik wel zeggen. Maar dat is meteen een enorme (want dominante) valkuil.

Onze HeMa-cultuur is zo dominant, dat wij vaak niet eens door hebben, dat er überhaupt sprake is van een dominante lees- en uitlegcultuur, van een bril. Zelfs in mijn schrijfsel is die cultuur zo dominant, dat ik het niet eens door heb. Alleen iemand uit een ander, niet dominant, deel van onze cultuur kan pogingen wagen om mij mijn blinde vlekken te laten zien. Dat maakt het opnieuw bestuderen van de teksten ook zo hachelijk. Het is een herhaling van zetten met een verwachte uitkomst. Aardige vraag is wel: Op basis waarvan verwachtte ik bijvoorbeeld de uitkomst van het synoderapport? Mijn antwoord is, dat ik die uitkomst verwachtte omdat ik de opstellers ken. Zij zijn als ik: Hetero mannen in een heel specifieke religieuze omgeving met een heel eigen geschiedenis. Die beide laatsten (omgeving en geschiedenis) maken het HeMa-lezen van veronderstelde homo-teksten lastig voor heteromensen, maar exponentieel lastiger voor homomensen uit dezelfde omgeving en geschiedenis. De dominantie van de uitleg door een 93%-grote meerderheid, die bovendien nog door mannen wordt bestuurd, maakt het schier onmogelijk om als klein spelertje in de hoek van het speelveld je stem gehoord te krijgen. Het is niet dat men niet luistert, het is dat men niet verstaan kán. Maar juist dat niet-kunnen zou tot een houding moeten leiden, waarin de dominante de niet-dominante uitnemender acht dan zichzelf.

“Vandaag MOET ik bij jou thuis zijn”, zegt Jezus tegen een vertegenwoordiger van een verguisde minderheid. “De grootste zal de kleinste dienen”, zegt God tegen de draad van de geldende cultuur in. Ik begin me zeer ongemakkelijk te voelen in mijn HeMa-jas. Wrijf ik de meerderheid nu een zonde of faul play aan? Het zij verre van me! Ik probeer alleen te begrijpen, waarom van de overgrote meerderheid een gedefinieerde andere groep (een kleine minderheid) niet aan het avondmaal mag. Ik hoor helemaal bij de meerderheid. Sterker nog: Het document zou uit mijn geloven, lezen en denken kunnen zijn voortgekomen. Ik voel mij geheel één met de wijze van denken en analyseren. En juist dat doet bij mij alle alarmbellen afgaan. Ik krijg het zeer ongemakkelijke gevoel, dat ik in de massa sta en het uitschreeuw tegen de enkeling. Erger nog, dat ik dat als lid van de massa niet alleen doe omdat ik deel van de massa ben, maar me ook tot in mijn tenen kan vinden in wat geroepen wordt. Of het toppunt: Dat ik in dit alles ook nog de Naam van God noem als bron van mijn overtuiging. Je zou dus aan alle kanten verwachten, dat ik geen protest aanteken tegen de in het document verwoorde visie van de meerderheid. Maar wat is het dan, dat mij zo diep raakt, dat ik niet eens de neiging heb om gelovigen met een homoseksuele praxis te weren van het avondmaal? Ik zie mij al aan de tafel staan …. Ik kan niet eens mijn mond open krijgen tenzij om te zeggen “Komt allen tot mij …”. Maar wat roept mij dan zo luid tot de orde, dat ik mezelf niet met de conclusie van het document de praxis van de kerk in zie gaan?

Het is die ene, die langs de kant van de grote beweging staat en zegt: Ik lees het anders. Hij / zij heeft mijn aandacht getrokken. Het kostte mij in 1986 – 1989 moeite om de conclusie te trekken, dat het ook zó kan. Maar het gebeurde wel. Ik kon niet anders zeggen dan: Je kunt ook zó zijn en zó lezen. Natuurlijk was het eerste verwijt aan de ander, dat hij (het waren toen drie hij’s) de bijbel alleen maar zó las, omdat hem dat nu eenmaal beter uit kwam. Eén van de drie antwoordde toen: En wat maakt mij daarin dan anders dan jou? Het sloeg in als een bom en mijn zoektocht was een feit.

HeMa-lezen (6) – WWJD

13-12-2013 | Filed under: Bijbel, CGK, Homofilie

Het – is natuurlijk heel verleidelijk om Jezus dat te laten zeggen en doen, wat in mijn straatje te pas komt. Het mag inmiddels duidelijk zijn, dat ik dat niet kan maken, want in deze serie heb ik al zoveel munitie voor de lezer klaar gelegd, dat hij of zij ieder idee van mijn kant kan pareren als een door mijn eigen gerichtheid bepaald idee. U als lezer kan inmiddels gemakkelijk zeggen: “Hij zal wel dit willen en hij zal wel dat willen. En dus zal hij wel zus schrijven en zo tenderen.” En dan is zelfs de vraag wat Jezus zou doen verdacht als een poging om in het antwoord daarop mijn eigen wil en mening te positioneren als de juiste. Kortom: Ik ben zelfs in deze inleidende woorden al geheel verdacht.

Maar draait het eigenlijk wel om mij? WWJD? Het lastige punt wordt nu, dat wij, de lezer en ik, nu de neiging hebben om ons te vermeien in allemaal schriftstudie van woorden en daden van Jezus. Maar dat brengt ons niet verder als wij niet onze bril af zetten of op zijn minst in onze studie verdisconteren. Anders gezegd: Als ik de ander niet de volle ruimte geef bij het beantwoorden van die vraag ontstaat er nooit een leefbare samenleving tussen hem en mij. …. Kunt u dat zien? …. Wat zou Jezus dus doen? De vrouw bij de put de ruimte geven. Tegen Zacheüs zeggen, dat Hij vandaag bij hem MOET (!) eten. Pilatus de ruimte geven door te zwijgen. Een moordenaar ten hemel verklaren. Hier word ik helemaal stil van en kijk mijn homobroeder en -zuster aan. Maar tegelijkertijd zit ik op de smalle grens tussen liefde en haat.

NEEM NU EERST EEN MOMENT STILTE VOOR GEBED.
ik wacht wel even ….
……
Heb je nu gebeden? Okee, dan ga ik verder.

Er gebeurt bij mij van binnen nu iets heel vreemds. Het voelt als een wenteltrap naar beneden en naar boven tegelijk. Ik kom er achter, dat ik meer moeite heb met het brood te delen met iemand, die niet met een homostel aan tafel wil, dan het brood te delen met het homostel. Maar dieper dan dat: Ik merk, dat bovenstaande voor mij helemaal niet het criterium voor het wel of niet delen van het brood is. Mijn eigen wil en wens met wie ik wel of niet wil delen lijken te vervagen. Zou ik niet enorm gezondigd hebben met het denken in die tegenstelling? Woorden als “Komt allen tot mij, die vermoeid en belast zijn” en “ik moet vandaag in jouw huis zijn” en “ook ik veroordeel u niet” en “Hij werd met ontferming bewogen, want zij waren als schapen zonder herder” zijn opeens boven onze tegenstellingen uitgestegen. Mensen worden direct aangesproken en niet na een goedkeuring of na een rake typering van hun zonden. Ieder, die wordt aangesproken en geraakt, komt dichterbij. Alsof het een vrede is, “die alle verstand te boven gaat”. In een ontwapenende verlegenheid zie ik de homo-bezwaarde samen met de homo belijden last te hebben van de zonde en zich voor God verootmoedigen. En ze zeggen tegen elkaar: “Ik heb geen last van jouw zonde, maar van mijn eigen zonde. Maar als ik de schaal doorgeef zie ik jou van genade leven en weet ik opeens “hij is als ik” (Buber-vertaling van het liefdegebod).” De vrede, die mijn verstand te boven gaat, doet mij zeggen: Laat het oordeel maar aan God over, voor ons is er alleen genade. Laat dat genoeg zijn!

Natuurlijk weet – ik, dat we nu opnieuw de exegetische strijd aan kunnen gaan, maar daar komen alleen maar verliezers uit. Dat kan dus ook. Het is mogelijk, dat de bestudering van Gods Woord alleen maar veriezers oplevert. De grootste verliezer is dan wel de Heer van het Koninkrijk van genade. En wellicht is dat ook een kleur van het zwijgen van Jezus tegenver Pilatus …..

Genoeg voor één bijdrage. WWJD? Markus 6 : 31.

Next Page →

Mijn tweets

  1. Peter van Dolderen
    Peter van Dolderen: https://t.co/BVcc6kSKZZ
    6 dagen geleden

Categorieën

  • afgoderij (8)
  • Arme kant (5)
  • autonomie (8)
  • Bajes (1)
  • Bestaat God (4)
  • Bijbel (87)
  • Bijbelstudie (53)
  • boeren (2)
  • CGK (31)
  • ChristenUnie (3)
  • collectivisme (16)
  • Commercie (3)
  • Corona (11)
  • duivel (7)
  • Eenzaamheid (8)
  • Elizabeth II (1)
  • gedetineerden (1)
  • geloof (20)
  • Geloven (87)
  • GKv (3)
  • GS-CGK (19)
  • GTU (1)
  • Homofilie (15)
  • huwelijk (1)
  • Individualisme (18)
  • Kerk (48)
  • Kerstfeest (1)
  • liefde (13)
  • m/v en ambt (18)
  • massa (9)
  • massapsychose (8)
  • Mijmeringen (31)
  • Onze Vader (2)
  • Politiek (11)
  • Postseculier (6)
  • relatie (16)
  • Rutte (3)
  • Samenleving (56)
  • Segers (3)
  • Social media (1)
  • spiritualiteit (7)
  • spot (1)
  • Stilte (6)
  • The Great Reset (2)
  • vaccin (6)
  • vaccinatie (7)
  • vergeven (18)
  • vergeving (17)
  • VVD (3)
  • welvaartsevangelie (1)
  • wetenschap (1)
  • Windso (1)
  • zelfbeschikking (9)

Archieven

  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • april 2022
  • januari 2022
  • november 2021
  • oktober 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • januari 2021
  • november 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • november 2019
  • april 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • november 2014
  • december 2013

© 2023 Vaya con Dios