De post-individualistische samenleving (74)
Dit bericht is 1649 keer gelezen!
Ik geloof er niets van (1)
“Opa, jij moet in mij gaan zitten.” Naast mij op de bank zit een springerig knulletje met een game-controller in zijn handen. Ik heb ook zo’n ding in mijn handen en we doen samen een spelletje. De clou van het spelletje lijkt te zijn dat je door samenwerking een uitgang vindt. Onze poppetjes op het scherm zitten aan elkaar vast, dus we moeten wel samenwerken. Inmiddels weet ik dat knop-A springen is en joystick-links het vooruit-achteruit en omhoog-omlaag bestuurt. Maar nu staat mijn poppetje bovenop een rotsblok en zijn poppetje is heel ver boven mij uit het zicht verdwenen. Ik heb geen idee hoe ik achter hem aan kan gaan. Zijn poppetje staat opeens weer naast mijn poppetje op het rotsblok. “Opa, jij moet in mij gaan zitten,” herhaalt spring-in-het-veld naast mij. Maar ik weet niet wat ik moet doen. Bij wijze van uitleg houdt hij mij zijn controller voor en roept: “Je moet op díe knop drukken.” Hij gaat er van uit dat ik zie welke knop hij aanwijst, maar voor mijn besef wijst hij geen enkele knop aan behalve alle knoppen tegelijk op zijn controller.
Hij blijft zijn woorden en daden herhalen en heeft niet door dat dit op mij niet het door hem gewenste effect heeft. En hoe ik ook kijk en vraag, ik krijg geen ander woord of ander beeld dan wat hij al heeft gezegd of gedaan. En één ding is inmiddels duidelijk: Zo komen we nooit bij de uitgang van het spelletje.
“Je moet in mij geloven”, zegt Jezus, “dan zul je leven.” En: “Wie in mij blijft kan vragen wat hij wil en het zal gebeuren.” Het is alsof naast mij een spring-in-het-veld zit met de controller van zijn leven in zijn handen, die mij toeroept: “Je moet in mij blijven”. Maar als ik nu eens geen flauw benul heb van wat dat is of wat ik dan moet doen? En ook niet weet wat het effect er van is en op welke knoppen ik in mijn leven moet drukken om de door hem voorgestelde werkelijkheid te realiseren?
Al te gemakkelijk spreken oude en nieuwe christen-sprekers een geheimtaal waar de gewone mens geen soep van kan koken. En heel vaak vraag ik mij af of de sprekers dat zelf wel kunnen. Dat is niet omdat ik aan de spreker of zijn of haar geloof twijfel, maar omdat het vaak een herhaling is van woorden die al eeuwen klinken. De woorden zijn geijkt, maar weet iemand nog waarom en door wie ze ooit waren uitgevonden? Inmiddels heb ik geleerd dat mensen nog wel eens woorden kunnen herhalen zonder zelf de betekenis te kennen of te begrijpen.
Deze gedachten schoten door mij heen toen spring-in-het-veld bleef roepen, dat ik “in hem moest gaan zitten” en mij pedagogisch volstrekt onbekwaam zijn hele controller liet zien in de veronderstelling dat ik dan wel de juiste knop zou zien en gebruiken. Het enige dat ik kon bedenken is mijn controller even neerleggen, zijn hand vastpakken, hem aankijken en aan hem vragen: “Welke knop bedoel je nu?” Uit zijn spel gehaald wees hij mij een beetje geïrriteerd op de knop met de X er op. “Dank je wel”, zei ik en pakte mijn controller en drukte op de X. En ja hoor, mijn poppetje werd één met zijn poppetje. “Nu moet jij niets doen, opa”, riep spring-in-het-veld mij toe. Een gemakkelijker opdracht had ik die dag nog niet gehad. Ik volgde het poppetje op het scherm en tot mijn stomme verbazing kwamen we bij de uitgang, die meteen de doorgang naar het volgende spelletje bleek te zijn.
Alsof je door de dood heen wordt gedragen naar een nieuw bestaan.
Maar nu nog “in Jezus blijven” …… hoe doe je dat eigenlijk? En wat is het effect? En kun je het ook in gewoon Nederlands uitleggen?
(wordt vervolgd)
Geef een reactie