Vergeven (11) – De dader
Dit bericht is 1978 keer gelezen!
Het wordt nu toch tijd om eens van de kant van de dader tegen vergeving aan te kijken. En met dat ik dit zeg komen er allerlei gedachten uit irritatie naar boven. Hoe durf je mij dader te noemen! Wat een eigengereide manier van interpreteren! Jij durft mij te veroordelen? Zelfs als de daad niet te ontkennen is (want voor de rechter overtuigend bewezen) zal ik als dader in de eerste plaats proberen mijn daden aanvaardbaar te maken. Daar zijn allerlei mechanieken en methodes voor. Ik kan gewoon blijven zeggen dat ook de rechters het niet juist zien en die kans bestaat natuurlijk. Maar ik kan ook alles op alles zetten om duidelijk te maken dat het helemaal niet zo erg is als de mensen, de slachtoffers zeggen dat het was. Ik kan ontoerekeningsvatbaarheid claimen, hoewel dat wel een schaamtevolle weg is. Ik geef immers mijn handelingsbekwaamheid op en dat wil denk ik niemand. Als ik er dan nog niet uit kom kan ik toegeven en sorry zeggen in de hoop dat dat moment zo kort mogelijk zal duren. In het uiterste geval kan ik zeggen dat God mij al heeft vergeven. En met die laatste opmerking trek ik alle verdere spreken over zonde, schuld, beschadiging en vergeving uit de waarneembare werkelijkheid. Zo gezegd lijkt mij dit de meest egoïstische manier van omgaan met zonde en schuld, maar aan de andere kant is het ook mogelijk dat ik als dader niet anders meer kan dan deze weg gaan.
Voor de goede orde: Het bovenstaande is gekeken vanuit een dader, die niet met zijn daden in het reine kan komen en juist dat niet wil of kan zeggen. Een dader, die zégt dat het hem / haar niet lukt met zichzelf en zijn daden in het reine te komen is een ander type dader. Van deze dader kun je een oprechte poging verwachten om wat verkeerd ging of is gedaan weer recht te krijgen. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Het kan zijn dat de dader de pijn en de schade niet aan kan zien en niets liever wil dan dat het slachtoffer verlost zal zijn van pijn en gevolgen. Het kan zijn dat de dader niet met een kwaad geweten kan leven. Het kan ook zijn dat de dader bang is voor een eeuwig oordeel. Er zullen zeker meer redenen te noemen zijn. Waar het mij om gaat is dat er daders zijn, die op zoek zijn naar vergeving en verlossing. Dat er bij deze woorden weer heel veel zijwegen en varianten te bedenken zijn is mij geheel duidelijk. Ik stel het aan de orde om vergeving van de andere kant te benaderen.
Vergeving is van de kant van de dader gezien lang niet eenvoudig wanneer je als dader die vergeving juist zoekt. Als je de vergeving niet zoekt is de vergeving eenvoudig. Gewoon sorry zeggen en klaar is Kees. Maar als je de vergeving echt zoekt lijkt de weg haast onbegaanbaar. Hoe wil ik als dader nu weten dat mijn daden vergeven zijn? En als ik het al weet, hoe kan ik er dan mee leren leven, hoe kan de wond genezen? Zelfs oog in oog met het slachtoffer, zelfs als je het slachtoffer meerdere keren hoort zeggen dat het vergeven is is het nog niet eenvoudig om het te aanvaarden en verder te leven. Net als bij de apostelen in het vorige blogje past ook hier de vraag “Geef mij meer geloof”. Om vergeving te aanvaarden heb je geloof nodig. Je moet geloven, dat er vergeving is. Je moet geloven, dat het slachtoffer jou vergeven wil. Je moet geloven, dat als er vergeving is er ook een nieuw leven zal zijn en je verder kunt op jouw levensweg. Om deze dingen te geloven heb je een groot geloof nodig.
Hier zie ik zelf het grootste manco van vergeving op aarde. Mijn indruk is dat slachtoffers doorgaans best vergeven willen (als ze daar de kracht voor hebben), maar dat daders en vergeving vragen vaak niet samen gaan. Een tegendraadse gedachte is dan dat die twee niet samen gaan omdat men niet gelooft in vergeving. Nu kan het lijken alsof de hele christenheid wel gelooft in Gods vergeving, maar dat betwijfel ik. Het zou best eens kunnen zijn dat men niet graag overtuigd raakt van de noodzaak van vergeving en dat men daarom maar snel over de vergeving heen leeft. Gewoon zeggen dat God vergeeft en dat het daarmee wel OK is. Je ontkent de vergeving niet, maar laat hem ook niet binnen. Pas als je als dader bent aangewezen wordt het taai om vergeving te vragen en te aanvaarden. Dit wil echter nog niet zeggen dat de oprechte vraag om vergeving ook de voorwaarde moet zijn voor het slachtoffer om te vergeven.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie