De post-individualistische kerk (36)
Dit bericht is 938 keer gelezen!
Schrille tonen
In het vorige blogje gebeurde er iets merkwaardigs en ik hoop dat je het zag, zodat je het kritisch kunt benaderen. Het leek net alsof een abortus de revue passeerde zonder dat er een ethisch oordeel werd gegeven over de abortus zelf. Er zijn veel mensen die dat heel erg prettig vinden, omdat dat betekent dat deze keuze hoort bij de individualistische autonomie van de mens. Maar er zijn er ook heel veel die dat helemaal niet prettig of juist vinden, omdat het leven zelf beschermwaardig is en één individu alleen niet mag beslissen over het leven van een ander individu en zeker niet een individu dat zichzelf niet kan verdedigen. En onder die laatsten zijn heel wat christenen. Er lijkt dus kortsluiting te ontstaan tussen de opdracht van Jezus aan de ene kant (naastenliefde) en hoe mensen op grond van de naastenliefde zouden kunnen denken over en handelen in het beëindigen van de zwangerschap aan de andere kant. Deze kortsluiting kun je voorkomen door collectief te denken. De bijbelgeleerden, de filosofen of de wetgevers stellen vast wat wel en wat niet uit naastenliefde is en daar handelen we naar. Dan wordt iemand in zijn individuele handelen gerechtvaardigd door de collectieve regel. Maar in deze abortuskwestie is dat voor individualisten niet te verteren. Geen wetgever, geen filosoof, geen bijbelgeleerde vertelt mij dwingend wat ik wel of niet met mijn leven en mijn baarmoeder zal doen. Nu kun je je zwaar gaan verzetten tegen het individualisme ten faveure van een collectief vastgestelde leefregel. Dat zou zelfs aanvaardbaar lijken omdat het kind dat groeit wel een individu is maar geen zeggenschap heeft. Hier ligt dus een grens van het individualisme, namelijk bij de vraag of een individu zelf kan beslissen. Maar voor de moeder gaat geen enkele collectieve beslissing werken als die anders is dan ze individueel zou hebben genomen. Op dit moment is de vraag relevant: Hoe “werkt” de naastenliefde in een situatie als deze?
Die vraag zul je eerst aan jezelf moeten stellen (individualisme). Dus niet eerst aan één van de moeders in mijn voorbeeld. Je zult de vraag heel individualistisch aan jezelf moeten stellen: Hoe kan ik mijn leven geven voor mijn naaste? En daarna is het natuurlijk de vraag of één van deze moeders jouw naaste is. Anders gezegd: Leeft, woont en werkt één van hen in jouw leefwereld? Kom je die persoon tegen? Kun je haar aanraken? Als het namelijk alleen maar “nummers” zijn, op afstand, cliënten van een kliniek waar je zelf niets mee hebt, dan is het nogal grotesk en aanmatigend om een oordeel over hun handelen te hebben. Je kunt pijn hebben van wat één van hen doet, je kunt blij zijn met de keus van de ander, je kunt vinden dat God er wat van vindt, maar met dit alles ben jij de naaste niet. Dus is de vraag legitiem: Is één van hen jouw naaste? Ben jij voor één van hen een naaste? En zo ja op welke wijze en met welke mogelijkheden?
Deze manier van denken kan en mag je verwarren. Maar we moeten wel langs dit pad lopen willen we bij een post-individualistische kerk uitkomen. Je kunt dus niet zomaar een beroep doen op een collectieve autoriteit, ook niet als je de bijbel of politieke afspraken over wat leven is als die autoriteit ziet. Een collectieve autoriteit gaat het niet lukken om ons hyper-individualisme ongedaan te maken. Het “ik moet en mag zelf kiezen” zit in de wortels van ons bestaan. We kunnen dat niet on-ontdekken. Maar als dat zo is is het ook niet mijn eerste vraag wat één van die moeders wel of niet zou mogen doen. Mijn eerste vraag moet zijn: Voor wie ben ik een naaste? Wie is mijn geliefde? Wie heb ik lief? Voor wie geef ik (een deel van) mijn leven? Ben ik een naaste voor één van deze moeders?
Als dat zo is, dus als je voor één van hen een naaste bent, zal de keus van betrokkene mede door jou beïnvloed zijn of worden. Jij bent immers een naaste. En hier zie je een deur uit het hyper-individualisme open gaan. Jouw naaste-zijn vormt mede de beslissing of de context van de beslissing van een ander. Ik kan nu natuurlijk niet vertellen hoe jij als naaste zult zijn voor die moeder. Maar naastenliefde is hier wel de zin van jouw bestaan, aldus Jezus. Deze naastenliefde zal jou wat gaan kosten. En de vraag aan jou is of jij die prijs wilt betalen. Ik ga nu niet allerlei mogelijkheden verzinnen, maar ik kan me heel goed voorstellen dat deze moeders in de context van naastenliefde een zinvollere keuze maken dan ze zouden hebben gemaakt in een puur individualistische context. En nu word je uitgedaagd om je eigen naastenliefde te bevragen. Maar doe dat met het oog op de naaste die je vandaag ontvangt. En ook hier zal de naastenliefde jouw daad beoordelen.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie